Over Renature Brussel Contact
nl
Een initiatief vanLeefmilieu Brussel

Bied onderdak aan wilde bijen

Om wilde bijen te helpen, kunt u elk hoekje grond omtoveren tot een "bed and breakfast" voor bestuivers. Hier zijn enkele tips die u zullen helpen om schuilplaatsen en habitats te bieden voor deze waardevolle bestuivers, waarvan de helft van de soorten wordt bedreigd in Brussel.

Huisvest wilde bijen

De meeste wilde bijen leven in de grond, sommige leven in holle stengels of graven zelf in hout...

Met een vliegafstand die vaak beperkt is tot enkele honderden meters, moeten ze gemakkelijk hun favoriete habitat kunnen vinden om hun nest te bouwen en hun nakomelingen veilig te stellen. Vergeet ook niet om voor volpension te zorgen, met een onbeperkt buffet van zorgvuldig gekozen planten!

Technische info

Doelgroep Bedrijven - Particulieren - Overheidinstanties - Professionals
Seizoen Herfst - Lente - Zomer
Type actie Inrichten - Onderhouden - Beschermen
Betrokken ruimte Groene ruimte - Tuin   - Wegen
Niveau Beginnend - Gevorderd

Plan de inrichting

Zoek uit welke soorten mogelijk aanwezig zijn

Er kan een inventaris worden opgesteld van een terrein, maar het proces om daartoe te komen kan lang duren en is complex, want bijen herkennen is moeilijk als men daar geen opleiding over heeft genoten. Zo'n onderneming is dus vooral interessant voor grote terreinen, zones met een hoge biologische waarde of wanneer parken worden heringericht.

Om de meest geschikte planten te kiezen voor de aanwezige soorten, kunt u de Atlas van de wilde bijen (pdf) raadplegen of de website waarnemingen.be bezoeken. U kunt ook bekijken welke insecten gefotografeerd werden op uw terrein via de applicatie iOBS/Obsidentify of iNaturalist.

De soorten die aanwezig zijn op uw terrein of in uw buurt kunnen u helpen om eventuele gespecialiseerde soorten te identificeren die specifieke behoeften hebben wat betreft locaties of materialen. Deze bijen hebben zeer specifieke verwachtingen voor het bouwen van hun nest of hebben soms gewoon duidelijke voorkeuren.

Zo zijn zandbijen vaak geassocieerd met zandige terreinen, de grote wolbij verzamelt haren en pluisjes van wollige planten, en de tronkenbij combineert hars met kleine steentjes, enzovoort.

Vertrek van het bestaande

Een terugkerend advies: ontwerp uw aanpassingen op basis van wat al op het terrein aanwezig is. Weide, braakliggend terrein, haag, goed blootgestelde talud, schrale graslanden... dit zijn allemaal elementen die al aanwezig zijn en nuttig of zelfs onmisbaar kunnen zijn voor de bijen die er al leven. Verwijder deze dus niet: u loopt het risico om de discrete en soms onzichtbare nesten te vernietigen.

Bijvoorbeeld, kort gemaaide grasvelden zijn omgeploegd en omgevormd tot bloemenweides voor bestuivers. Maar deze grasvelden herbergden al wilde bijen. De nesten zijn vernietigd en de actie bleek in strijd met het beoogde doel!

Probeer in uw projecten de bestaande plantensoorten niet te laten verdwijnen, maar eerder rondom hen te ontwerpen door de plantenvariëteit te vergroten en te diversifiëren. Dit geldt ook voor "onkruiden": ze moeten allemaal ergens een plek kunnen behouden, want zeker één of meerdere insectensoorten zijn ervan afhankelijk!

Deze benadering geldt ook voor biotopen, hoewel dat gecompliceerder kan zijn, vooral wat betreft de bodem: elke grondverplaatsing, graafwerkzaamheden, ploegen, maar zelfs een simpele schop in de grond, kan bijendorpen en nesten vernietigen. Geef altijd de voorkeur aan een geleidelijke evolutie van de aanpassingen (maaien met afvoer, wijziging van maaischema's, doorzaaien met lichte oppervlakkige krassing...).

© Jan Nijendijk, Saxifraga

Creëer habitats voor grond- en zandbijen

De meerderheid van de wilde bijensoorten leeft in de grond: zij zijn grondbewoners. Zij vertegenwoordigen 77% van de bedreigde soorten in Brussel! Hun nesten bevinden zich aan het einde van tunnels die ze graven in een vlakke of hellende bodem (talud) die goed aan de zon is blootgesteld, vaak met een vrij schaarse, zeldzame vegetatie die goede toegang tot de grond biedt. Verschillende soorten hebben verschillende bodemvoorkeuren, variërend van klei tot zand (zandbijen). Hier zijn enkele praktijken voor deze bijen.

Behoud volle grond

Dit is ons advies nummer 1 in de meeste fiches: behoud de oppervlakken met onbedekte grond zoveel mogelijk! Niets zal ooit het verlies van natuurlijke, diepe en levende bodems kunnen vervangen.

Ontwerp de ruimtes altijd met het doel om hun verharding en kunstmatige bedekking zoveel mogelijk te beperken door onnodige verhardingen (grind, tegels, bestrating, beton...) te vermijden en denk na over alternatieven.

Houd gebieden met kale grond

In dezelfde logica moeten grondbewonende bijen de bodem kunnen vinden en betreden. Een dichte vegetatiebedekking of een dikke mulchlaag beperkt deze toegang.

Het bedekken van de bodem helpt om zijn "levende" karakter te behouden. Maar behoud ook gebieden met schrale vegetatie of onbegroeide oppervlakken. Taluds, randen van paden, "banketten" van weilanden, en schaars begroeide gazons zijn allemaal favoriete plekken.


Verwijder de afdekkingen van taluds en perken

Bij de landschapsinrichting van hellingen en taluds worden vaak geotextielen en afdekkingen gebruikt (weinig of niet biologisch afbreekbaar). Deze afdekkingen houden de grond vast en voorkomen de groei van wilde planten. Het gevolg: een verlies van leefruimte voor grondbewonende wilde bijen en vrijwel de gehele kleine fauna. Dit veroorzaakt bovendien vervuiling door microplastics!

Verwijder deze afdekkingen, heroverweeg de inrichting of installeer een effectieve mulch terwijl u enkele zones met kale grond behoudt. Indien nodig op steile locaties, gebruik liever plantaardige afdekkingen (kokosvezel of jute) of maak grondkeermuren met kleine gevlochten takenwallen ("plessis").


Creëer "sandariums": zandheuvels en zandbakken voor bijen!

Zandbakken voor wilde bijen? "Sandariums" zijn een interessante optie die op ongewone plekken kan worden geplaatst: een hoek van de tuin, een "wilde" dakbedekking boven een garage, een fietsenstalling of een bijgebouw...

Maak een laag zandgrond van minimaal 20 cm diep, vrij van vegetatie.

Binnenkort een fiche om uit te leggen hoe u dit kunt doen!


Bouw een insectenspiralen

Een combinatie van een muur van droge stenen en een sandarium, de insectenspiralen is een interessante voorziening voor grondbewonende bijen, maar ook voor andere kleine insecten, reptielen en amfibieën.

Binnenkort een fiche om uit te leggen hoe u dit kunt doen!


Geef de voorkeur aan "bewoonbare" tegels en bestrating

Voor delen van de grond die verhard moeten worden, gebruik bestrating met open voegen en een zandfundering. Deze laten fauna en flora toe en helpen bij het infiltreren van regenwater.

Trottoirs, terrassen, pleinen en andere opritten kunnen zo nog steeds enkele soorten herbergen, ook al vervangt dit niet het verlies van een natuurlijke bodem!

© Panoramedia, Wikimedia Commons

Creëer schuilplaatsen voor andere type bijen

Bied boeketten van... dode bloemen aan

In Brussel nestelt 14% van de bedreigde bijen in holle stengels of in holtes (kleine gaten). Veel insecten maken hun nest of overwinteren in de droge en holle stengels van bloemen (in bloembedden en maaiweiden)

    • Laat de droge stengels in de winter intact. Naast hun schuilfunctie zullen ze volume aan de tuin toevoegen onder de rijp. Het volgende jaar worden ze van nature vervangen door de plant zelf
    • In het voorjaar knipt u de bloemen van de bloembedden met een snoeischaar, zo laag mogelijk. Laat de stengels op de grond liggen, de insecten zullen daar hun winterslaap afronden.

    Plantez des plantes "à moelle"

    • 7% van de bedreigde Brusselse wilde bijensoorten nestelt zich in stengels gevuld met zachte kern, zoals die van frambozen, bramen, vlierbessen, rozenbottels...

      Om ze te huisvesten, zelfs in een levende haag of aan de rand, snijd jaarlijks enkele takken af om de kern bloot te leggen. Snijd net achter een knoop, bij de aansluiting van de bladeren (deze delen vormen "schotten"), om voldoende kernlengte over te laten, minstens 4 cm.

      Dit is een uitzondering op de goede snoeipraktijk voor struiken, waarbij men vóór de knoop snijdt om de plant te laten groeien. Met de rest van de afgesneden stengels maakt u een klein bundeltje dat u op een beschutte maar zonnige plek ophangt. Snijd ook hier de knoop waar de bladeren zitten af om toegang te geven tot enkele centimeters van de stengel.

    Laat dode bomen rusten in vrede...

    Dood hout zit vol leven, vooral larven van bijen. Sommige cavicole soorten profiteren van de gangen die eerst zijn uitgegraven door de larven van kevers. Terwijl andere, zoals de blauwzwarte houtbij, de grootste bijensoort van België en goed vertegenwoordigd in Brussel, zelf het hout uitgraaft met haar grote kaken.

    Het laten staan van dode bomen, zowel rechtopstaand ("staande dode bomen" of "dode bomen op stam"), is een ideale oplossing voor biodiversiteit!

    ... evenals de lege slakkenhuizen

    In werkelijkheid is de kans klein dat uw terrein de zeer zeldzame bijen huisvest die hun nest maken in lege slakkenhuizen, die ze vervolgens verbergen onder dennennaalden. Dit opmerkelijke gedrag wordt slechts op enkele zeldzame plaatsen in Brussel waargenomen waar de gewone wespbij voorkomt.

    In elk geval, als u lege slakkenhuizen vindt, laat ze dan in de tuin liggen. Maar dat is geen reden om slakkenbestrijdingsmiddelen te gebruiken!

    © Pieter van Breugel, Saxifraga

    Verschaf nestmateriaal

    Wilde bijen hebben over het algemeen een nestplaats nodig (heuvel, talud, gazon, holle tak...) maar verschillende soorten hebben ook verschillende materialen nodig om gezellige nesten te maken. In de meeste gevallen bouwen bijen kleine kamers of cellen waarvan de wanden verschillende materialen hebben, afhankelijk van de soort.

    Laat of produceer modder

    Veel wilde bijen, zoals de rosse metselbijen, waarderen modderpoelen, sporen en vochtige grondgebieden. Ze komen daar klei verzamelen om de wanden van hun nest te maken. Als de lente erg droog is, bevochtig dan enkele delen van kale grond of laat kleine blokken of schaaltjes klei of vochtige aarde achter op verschillende plaatsen, of in de buurt van kleine insectenhotels.


    Installeer pluizige planten

    Dat wil zeggen, dichtbehaarde planten zoals de wollige andoorn ("ezelsoor"), de koningskaars, de stinkende ballotte of de slangenkruid.

    Wolbijen, zoals de grote wolbij, verzamelen dit dikke pluis door het af te knippen met hun kaken. De kleine plukjes worden vervolgens gebruikt om het interieur van de nesten in te richten, meestal in holle stengels.


    Diversifieer uw aanplant

    Om verschillende soorten wilde bijen aan te trekken, diversifieer uw aanplant! Naast hun gevarieerde voedselvoorkeuren hebben sommige soorten een voorkeur voor specifieke plantaardige materialen, die ze gebruiken om hun nest in te richten.

    • Rozenbladeren, beukenbladeren of wisteria voor bladsnijdersbijen, die kleine "sigaren" maken in holle stengels.
    • Naaldbomen (sparren) voor de tronkenbij, die hars vermengen met kleine steentjes.

    Overzichtstabel van materialen en nestplaatsen

    Exemples d'espèces associées
    Volle grond, kale grond / Zandgrond / Zand Zijdebijen en zandbijen (Colletes spp., Andrena spp.)
    Kleiige grond, leem Sachembijen (Anthophora spp.)
    Holle stengels / Uitgehold hout Rosse en gohoornde metselbijen (Osmia cornuta en O. bicornis)
    Behangersbijen en tuinbladsnijders (Megachile spp.)
    Anthidies (Anthidium spp.)
    Hout om in te graven Blauwzwarte houtbij (Xylocopa violaceae)
    Stengels met merg Resedamaskerbij (Hylaeus signatus)
    Lege slakkenhuizen Gedoornde en  gouden slakkenhuisbijen (O. spinulosa, O. aurulenta)
    Kleigrond (modder) Ranonkelbij en Klokjesbij(Chelostoma spp.)
    Somige metselbijen (Osmia spp.)
    (Stukjes) bladeren, bloemblaadjes Behangersbijen en tuinbladsnijders (Megachile spp.)
    Plantaardig cement (gemengde bladeren van rozenachtigen) Somige metselbijen.
    Plantaardige dons Wolbijen (Anthidium spp., zoals A. manicatum)
    Hars Tronkenbij (Heriades truncorum), Ranonkelbij (Chelostoma florisomne), Kleine harsbij (Anthidiellum strigatum)
    Kleine steentjes Tronkenbij (Heriades truncorum)

    Kies voor kunstmatige nestkasten en schuilplaatsen

    U kunt ook kunstmatige leefgebieden plaatsen, die onafhankelijk van de natuurlijke omgeving zijn gemaakt en geïnstalleerd. Geef de voorkeur aan zo natuurlijk mogelijke materialen, bij voorkeur afkomstig van hergebruik van tuinafval! Dit is een goede manier om een circulair beheer van "groenafval" te bevorderen.

    Pas op!

    In gebieden met weinig begroeiing of overmatig onderhouden gebieden vinden bijen niet genoeg voedsel. Ze moeten dus nog meer energie besteden aan het pendelen tussen bloemen en nesten, soms wel honderden keren per dag! Deze inspanning kan hun voortplantingscapaciteit verminderen.

    Installeer bundels met holle stengels

    De holle stengels van bamboe, riet en andere plantensoorten kunnen worden gebruikt om bundels te maken die geschikt zijn voor soorten die nestelen in holle stengels en holtes. Dit is een interessante aanvulling op de dode bloemen die achtergelaten worden in bloembedden en weilanden.

    • Verzamel stengels met variabele diameters van 3-4 mm tot maximaal 10-12 mm. De dikke bamboe en de stengels van Japanse duizendknoop zijn vaak te breed
    • Gebruik ook de holle en droge stengels van tuinplanten (wortels, venkel, koninginnenkruid...) die u niet rechtop laat staan voor de winter
    • Zorg ervoor dat de gangen enkele centimeters diep zijn
    • Plaats de bundels horizontaal, of zeer lichtjes naar beneden hellend, of zelfs verticaal (met de gaten naar beneden)
    • Verspreid de bundels in beschutte en zonnige gebieden. Vermijd om ze allemaal op dezelfde plaats te verzamelen!

    © Stefan Niess, Pixabay
    • Voor een langdurige levensduur kunnen de stengels worden geïntegreerd in een insectenhotel of bewaard worden in een pot, geplant in een bodem van klei (verkrijgbaar in doe-het-zelf- of hobbywinkels).
    • Let op, de knopen (waar de bladeren zijn ingevoegd) vormen scheidingswanden, dus knip voorbij de knoop om een holte van enkele centimeters lengte te bieden. Knip netjes met een snoeischaar en schuur indien nodig de randen om splinters te voorkomen
    • Pas op voor splinters die bijen kunnen afschrikken of, erger nog, verwonden. Dit is helaas een veelvoorkomend probleem bij insectenhotels die commercieel verkrijgbaar zijn
    • Zorg ervoor dat de holle stengels niet naar boven gericht zijn: regen zou erin kunnen sijpelen en de larven doden.


    Boor gaten in hout

    Hekpalen en takenwallen, piramides voor vliegend hert, timmerhout, stapels dood hout, geboorde boomstammen, gevelbekleding... Elk dik en robuust houten element (zoals haagbeuk, beuk, kastanje...) kan dienen als onderkomen voor solitaire bijen als u er een paar gaten in boort.


    • Varieer de afmetingen, tussen 4 en 12 mm, over de boordiepte (5 tot 10 cm diep). 
    • Schuur de uiteinden van het geboorde gat om splinters te voorkomen die de delicate vleugels van de bijen kunnen beschadigen. 
    • Kies een plaats die enigszins beschut is tegen regen en richt de gaten naar de zon.
    • Boor horizontaal en zorg ervoor dat de gangen niet naar beneden gericht zijn: regen zou erin kunnen sijpelen en de larven doden. 
    • Boor niet door het hout heen: bijen verlaten plaatsen waar tocht is! 
    • Vermijd houtsoorten die uitzetten door vocht (den, populier).

    Graaf gangen in kleigrond

    Neem een schone conservenblik, vul het met natuurlijke kleigrond (geen zelfhardende klei gevuld met chemicaliën) en graaf er goed parallelle gangen in met behulp van potloden of stokjes van verschillende diameters. Laat het drogen en installeer het horizontaal op een zonnige plek!


    Maak leem voor de sachembijen

    Sachembijen (Anthophora sp.) graven meer of minder horizontale gangen in leemrijke taluds. In de afgelopen decennia en eeuwen maakten ze ook gebruik van mortelvoegen en lemen muren. Deze materialen worden echter nog maar zeer zelden gebruikt, aangezien de voegen overal zijn gevuld met cement en de muren plaats hebben gemaakt voor bakstenen, beton en isolatiemateriaal.

    Daarom kunnen we deze bijen bakstenen gevuld met leem aanbieden.

    • Meng 2/3 natuurlijke klei met 1/3 zand
    • Vul betonblokken, holle bakstenen of houten kisten (zonder bodem) met dit mengsel tot een dikte van minstens 20 cm. Laat enkele dagen plat drogen, beschermd tegen regen.
    • Boor vervolgens gangen van 8 tot 10 mm diameter voor, met een onderlinge afstand van minstens 3 cm.
    • Eenmaal droog, installeer de lemen nesten horizontaal (met de leem naar voren gericht), naar de zon gericht, beschermd tegen stortbuien en minstens 30 cm boven de grond.
    • Het is zelfs mogelijk om een muur van bakstenen gevuld met leem te maken, waarbij de bakstenen worden verbonden door lemen voegen.
    © Apis Bruoc Sella

    Maak een nest voor hommels

    Hommels zijn sociale wilde bijen die kolonies vormen met een koningin en enkele tientallen tot honderden werksters. Sommige soorten vestigen zich in ondergrondse holtes en oude holen van kleine knaagdieren. Het is mogelijk om nepholen of "hommelkasten" te maken die koninginnen hommels kunnen aantrekken, met nogal wisselende successen.

    Binnenkort een fiche om uit te leggen hoe u dit kunt doen!

    © Digitipi, Pixabay

    Wat te denken van insectenhotels?

    Insectenhotels (zeer grote nestkasten voor meerdere soorten) hebben vooral een educatief belang om insecten te observeren die zich erin vestigen, zoals bijen, parasitaire wespen zoals de mooie goudwespen, of kleine parasitaire vliegen.

    Vanuit ecologisch oogpunt is dit niet ideaal: grote hotels concentreren de populaties en bevorderen een vorm van overbevolking. Dit kan de verspreiding van ziekten en parasieten (zoals mijten) bevorderen, maar trekt ook roofdieren aan: het is een onbeperkt buffet voor mezen en spechten!

    Die uit de reguliere handel zijn meestal kleinere hotels, die dezelfde nadelen hebben, maar met een minder grote impact als ze in kleine aantallen zijn.

    Kies daarom liever voor kleine hotels verspreid over de tuin. Om ervoor te zorgen dat er voldoende voedsel is voor iedereen, vermijd het plaatsen ervan in te minerale gebieden (geplaveide binnenplaatsen, balkons zonder uitzicht op een tuin...).

    Vermijd echter slecht ontworpen insectenhotels, vaak gevuld met splinters, met slecht gepositioneerde en niet diep genoeg geplaatste stengels, soms in behandeld hout. De prijs is niet altijd een garantie voor kwaliteit; sommige vrij dure nestkasten of die van gespecialiseerde merken zitten vol met splinters.

    Let ook op dat alleen holle buizen daadwerkelijk worden gebruikt door bijen. De kleine holtes voor vlinders, schuilplaatsen voor lieveheersbeestjes of gaasvliegen en andere dennenappels die op veel modellen te zien zijn, zijn niet helemaal nutteloos voor het een of het ander insect, maar hebben over het algemeen veel minder succes. Op een klein hotel is dit dus eerder een verlies aan ruimte.

    Om predatie door vogels te beperken, kunt u een soort kippengaas aan de voorkant van het nestkastje of het hotel toevoegen om de toegang voor vogels te beperken.

    Let echter op, het heeft geen zin om het direct tegen het nestkastje te plaatsen! Dit voorkomt op geen enkele manier dat de vogel bij de nesten kan komen (spechten hebben een lange snavel en een zeer lange tong!), en het maakt het zelfs gemakkelijker voor de vogel om zich vast te klampen.

    Plaats het gaas dus op enkele centimeters (minstens 3 cm) van de nestopeningen. Een metalen gaas (glanzend) kan echter het vliegen van insecten verstoren.

    Voor gemeenschappen en bedrijven: vermijd "vastgoedcomplexen", die vaak te groot zijn en worden voorgesteld als onderdeel van de bedrijfscommunicatie of symbolische acties.

    Dit is op zichzelf natuurlijk niet rampzalig, zolang het maar incidentele projecten zijn, maar het is niet de bedoeling om ze overal te plaatsen! Zeker niet als u niet beschikt over een groot ecologisch groen gebied van enkele honderden vierkante meters... wat zelden het geval is in Brussel. Zelfs als u wel over zo'n ruimte beschikt, is het beter om meerdere kleine nestplaatsen te verspreiden dan één groot hotel.

    © Pixabay

    Lees meer