Belangrijkste kenmerken
Latijnse naam
Chaenomeles japonica
Familie
Rosaceae
Typologie
Heester / struik (< 3m hoogte) • Vruchtdragend
Habitus
Breed uitwaaierend
Status
Gele lijst (Niet strikt inheemse, maar nuttige soort)
Grootte
100
tot
100
cm
Diameter
200 cm
Landschap
Plattelandsstad • Dense stad • Bosstad
Observeren, determineren, ontdekken
Biologische cyclus
- Bloei: april
- Vruchtvorming: september
Ecologische en biologische kenmerken
Levensduur
Winterhard
Oorsprong
Azië
Kleur (bloemen)
Wit • Rood • Roze
Bladeren
Bladverliezend
Gezondheid en consumptie
Rauw eetbaar • Verwerkt eetbaar
Eetbare vrucht, vooral na verwerking
Eetbare vrucht, vooral na verwerking
Belang voor biodiversiteit
Onbekend
Biotoop
Haag • Kleine tuin • Bosgebied • Park
Vruchtbaarheid
Zelfvruchtbaar
Beheermaatregelen
Voor het beheer van fruitbomen, volg de algemene principes met betrekking tot het planten en onderhouden van bomen.
Houd er rekening mee dat een gezonde en overvloedige fruitproductie ook specifieke zorg vereist, zoals aangepast snoeien, natuurlijke meststoffen op het juiste moment toedienen en zorgvuldige aandacht voor het ecologisch beheren van organismen die overlast kunnen veroorzaken.
Aanpassing aan klimaatverandering
Gevoeligheid voor late vorst
Ja - vroegbloeiende variëteit
#3/3
Plant en onderhoud
Onderhoudsfrequentie
Laag
#1/4
Blootstelling
Zonnig
#4/4
Bodemtype
Doorlatend tot vochtig
#2/4
Verplichtingen, verbodsregels... Wat zegt de wet ?
Het is verboden om :
- Bomen te snoeien (met gemotoriseerd gereedschap) of te kappen tussen 1 april en 15 augustus (vanaf 1 maart in natuurreservaten).
Het is verplicht om :
-
Een stedenbouwkundige vergunning aanvragen voor:
- het snoeien van takken met een omtrek van 21 cm of meer;
- het vellen, verplaatsen of radicaal snoeien van een hoogstamboom;
- het veranderen van de samenstelling van de bodem rond de boom zodanig dat de boom zou kunnen veranderen. - Voor het uitvoeren van snoeiwerkzaamheden tussen 1 april en 15 augustus een gemotiveerde afwijking van de regio vereist te verkrijgen (met uitzondering van noodwerken op basis van een besluit van de burgemeester).
-
De plantafstand tussen eigendomsgrenzen na te leven:
- voor bomen met een minimale hoogte van 2 m: ten minste 2 m vanaf het midden van de stam;
- voor andere bomen, struiken en hagen: 0,5 m. - De lokale regels na te leven die eventueel werden vastgelegd door gemeentelijke reglementen, stedenbouwkundige zoneverordeningen, bijzondere bestemmingsplannen, richtplannen van aanleg of verkavelingsvergunningen.