Over Renature Brussel Contact
nl
Een initiatief vanLeefmilieu Brussel

Gewone spar Picea abies

Ontdek deze naaldboom uit het Noorden, die nu vaak in België te vinden is.

Belangrijkste kenmerken

Latijnse naam Picea abies
Synoniemen Fijnspar
Familie Pinaceae
Typologie Boom van 1e grootte (> 25m)
Status Gele lijst (Niet strikt inheemse, maar nuttige soort)
Grootte 300 tot 400 cm
Diameter 150 cm
Landschap Bosstad

Observeren, determineren, ontdekken

De gewone spar, ook bekend als Fijnspar, is een iconische boom van de boreale en bergachtige wouden van Europa. Ondanks deze benamingen is de spar geen echte spar.

De boom is makkelijk herkenbaar door zijn kegelvormige groei, donkergroene, blijvende naalden en hangende kegels. Hij heeft het beeld van de Ardense bossen gevormd, waar hij werd ingevoerd voor de bosbouw.

Deze boom is aangepast aan arme en zure bodems en geeft de voorkeur aan een koel klimaat. Door zijn oppervlakkige wortels is hij echter gevoelig voor harde wind. Hij komt vaak voor in het Zoniënwoud en de bosrijke gebieden van Brussel, maar ook in tuinen en binnentuinen, waar hij soms wordt geplant na de eindejaarsfeesten.

Zijn naalden, spiraalvormig rondom de takken gerangschikt, zijn 1 tot 2,5 cm lang en licht prikkelend. Zijn lichtbruine hangende kegels, 10 tot 15 cm lang, vallen in hun geheel af na rijping, meestal in de herfst.


© Wiki commons

Hoewel de gewone spar in het Brussels Gewest te vinden is, bevindt de soort zich volgens het ecologische bestand van boomsoorten al op de grens van haar tolerantie: onvoldoende neerslag en luchtvochtigheid (vooral tijdens de groeiperiode), te hoge zomerse hitte, enzovoort. Dit maakt de soort kwetsbaar voor klimaatverandering, vooral in open en blootgestelde omgevingen. Hij is ook gevoelig voor luchtvervuiling en kwetsbaarder in sterk blootgestelde zones (bijvoorbeeld langs wegen).

Omdat de spar veel water nodig heeft en gevoelig is voor hittegolven en zomerdroogte, wordt hij in België bedreigd door de combinatie van te weinig neerslag en te hoge temperaturen. Verzwakt door deze omstandigheden, wordt de spar sinds 2018 getroffen door schadelijke insecten zoals de letterzetter (Ips typographus), een gevreesde kever in de bosbouw.

Bovendien maakt zijn ondiepe wortelsysteem hem kwetsbaar voor windworp, vooral op vaak natte of verdichte bodems.

De spar verdraagt ook geen rijke bodems (pH > 5), waar hij risico loopt op rode rot.


Traditioneel gebruikt als kerstboom, blijft zijn harsachtige geur sterk geassocieerd met de eindejaarsfeesten en cadeaus. Toch wordt hij tegenwoordig vaak vervangen door de Nordmann-spar, die stevigere en minder prikkelende naalden heeft.

Wist u dat?

Afkomstig uit boreale bossen is de gewone spar een genaturaliseerde exoot, in België ingevoerd voor bosbouw door de Oostenrijkers in de 19e eeuw. De gewone spar is een van de belangrijkste soorten in de Europese houtindustrie, met toepassingen in de bouw, papierproductie en muziekinstrumentenbouw. Zijn lichte en sterke hout is geliefd voor het maken van violen en gitaren, dankzij zijn unieke akoestische eigenschappen. Hij vormt bijna 30% van de Waalse bossen.

© Marya Muschard, Pixabay

Biologische cyclus

  • Bloei: mei tot juni
  • Vruchtvorming: september tot november
Vruchten : September - December
Bloemen : Mei - Juli

Ecologische en biologische kenmerken

Levensduur Winterhard
Oorsprong Inheems • Noord-Europa
Beschikbaarheid Courant
Worteling Kruipende wortels
Kleur (bloemen) Onopvallende
Bladeren Groen blijvend
Gezondheid en consumptie Medicinaal • Aromatisch • Rauw eetbaar • Verwerkt eetbaar
De malse jonge scheuten worden gebruikt om aromatische en geneeskrachtige siropen te maken, of gedroogd en verwerkt tot kruidenthee. Je moet wel zeker zijn van de soort, want andere naaldbomen zijn giftig.
Belang voor biodiversiteit Vogels • Zoogdieren • Andere
Het is een toevluchtsoord voor bepaalde soorten en de zaden leveren voedsel voor vogels zoals de kruisbek. Er leven kleine zoogdieren zoals de rode eekhoorn, die de voorkeur geeft aan gemengde bossen. Op de stam en takken leven houtetende insecten en saprofytische schimmels. Het is een honingproducent, niet vanwege de bloemen, maar vanwege de honingdauw van bijtende en zuigende insecten (bladluizen en wolluizen) die de honingbij verzamelt.
Biotoop Bosgebied • Bosrand
Deze soort groeit in zijn oorspronkelijk verspreidingsgebied meestal op hoogte, in gemengde of naaldbossen. Hij houdt van koele, goed gedraineerde bodems maar verdraagt ook arme bodems.
Bestuivingswijze Door de wind
Verwarringsgevaar Gewone zilverspar
© Marijke Verhagen, Saxifraga

Lees meer

Gerelateerde soortenfiches

Gerelateerde actiefiches