Over Renature Brussel Contact
nl
Een initiatief vanLeefmilieu Brussel

Zwarte roodstaart Phoenicurus ochruros

Ontdek deze kleine passerende vogel, discreet in zowel zijn verenkleed als zijn gedrag, vaak neergestreken op de top van een gebouw.

Belangrijkste kenmerken

Latijnse naam Phoenicurus ochruros
Familie Muscicapidae
Subgroep Zangvogels
Landschap Dense stad • Plattelandsstad
Beschermingsstatus Beschermd
Strikte bescherming op het hele gewestelijke grondgebied (Bijlage II.2.1, Natuurordonnantie)
Conserveringsstatus IUCN: Minder zorgwekkend Sterke achteruitgang in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: -57% tussen 1992 en 2022
Oorsprong Inheems
Grootte 14 tot 15 cm
Zeldzaamheid, overvloed Gewoon
Gewicht 14 tot 20 g
Levensduur 8 tot 10 jaar

Observeren, determineren, ontdekken

De zwarte roodstaart is een kleine zangvogel met een donker en onopvallend verenkleed. Het mannetje heeft een antracietgrijs verenkleed op alle bovenste delen van het lichaam. De achterkant van het lichaam is daarentegen fel oranje. Het vrouwtje is minder opvallend dan het mannetje, met een gelijkmatig grijs-bruin asgrauw verenkleed. Alleen de onderstaartveren zijn rossig neigend naar lichtbruin. Haar grijzige borst is licht gestreept. De snavel en poten zijn zwart bij zowel het mannetje als het vrouwtje.

Raadpleeg de kaart van vogels en vleermuizen die aanwezig zijn in gebouwen

Wist u dat?

De zwarte roodstaart is oorspronkelijk een vogel van kliffen en rotsachtige terreinen. Hij nestelt in holtes of spleten, vaak beschermd door een overhang. Hij past zich relatief goed aan onze stedelijke landschappen aan omdat hij houdt van gebouwen die hem holtes en uitkijkpunten bieden. Hij vindt vele gaten, holtes en spleten om te nestelen, en kan worden gevonden onder daken, in een gat in de muur, zelfs in open trappenhuizen of soms onder afdaken. Hij schuilt ook achter dakgoten of in raamkozijnen.

Zwarte roodstaart vrouwtje

© Jan Van der Straaten, Saxifraga

Mannetje Zwarte Roodstaart

© Jan Nijendijk, Saxifraga

Biologische cyclus

De nestbouw van de zwarte roodstaart is semi-cavicol, dat wil zeggen dat het nest open is, maar beschermd door een overhang. In stedelijke gebieden profiteert deze vogel van scheuren in muren, holtes onder dakranden, en kunstmatige nestkasten. Hij is al gezien nestelend in een brievenbus of een oude schoen... Het nest is meestal gemaakt van een basis van gras, mos, bladeren, twijgen, stro en modder, bedekt met haren en veren.

Het vrouwtje legt 4 tot 6 eieren die ze alleen uitbroedt gedurende 13 dagen. De jongen blijven ongeveer vijftien dagen in het nest, gevoed door beide ouders. Ze blijven nog 2 tot 3 weken bij de ouders nadat ze het nest hebben verlaten. Een tweede broedsel is mogelijk zodra het vrouwtje niet meer hoeft te zorgen voor de jongen van het eerste broedsel.

De zwarte roodstaart is weinig schuw en is gemakkelijk te observeren op een open plek van waaruit hij zijn prooien observeert. De soort is territoriaal en niet sociaal, de zwarte roodstaart kan dus ook deze plek gebruiken om de indringing van andere individuen van dezelfde soort op zijn territorium te bewaken.

  • Zichtbaarheid: januari tot december
  • Trek: augustus tot maart
  • Voortplanting: april tot juli
Zichtbaarheid : Januari -
Trek : Augustus -
Trek : Januari - April
Voortplanting : April - Augustus

Risico's op verwarring

Terwijl de zwarte roodstaart een grijze tot zwarte kop en rug heeft, een zwarte borst en een witte vlek op de vleugels, heeft het mannetje van de gekraagde roodstaart een zwart masker, een rode borst en staart, een witte streep op het voorhoofd en de vleugels, en een grijze rug.

Gekraagde roodstaart (Mannetje)

Gekraagde roodstaart (vrouwtje)

Rol in het ecosysteem

Voeding Insectivoor
Voedingsspecialisatie Hij eet voornamelijk insecten en larven, spinnen, duizendpoten, kleine regenwormen, enz. Hij eet ook kleine vruchten en bessen, vooral in de herfst, en een beetje zaden. Hij jaagt in open, schaars begroeide gebieden en vangt zijn prooi in de vlucht of op de grond. De nabijheid van vijvers of stromen, rijk aan insecten, is een voordeel voor zijn voeding.
Broedgebied Gebouwen • In holen levend
De zwarte roodstaart is semi-holenbewoner. Hij nestelt in min of meer open spleten, meestal beschermd door een overhang die hem opsluit, in omgevingen die doen denken aan rotswanden (zijn natuurlijke habitat). Op een gebouw wordt het nest vaak gebouwd onder het dak, aan de bovenkant van een muur of op een constructiedeel.
Biotoop Gebouw
De zwarte roodstaart zit hoog om zijn territorium te bewaken en te verdedigen. In stedelijke gebieden zoekt hij hoge gebouwen op tamelijk open plekken.
Verwarringsgevaar Gekraagde roodstaart (Phoenicurus phoenicurus)

Beheren en verwelkomen

De zwarte roodstaart is een voornamelijk insectenetende vogel. Hij profiteert van spontane, natuurlijke en inheemse vegetatie, maar ook van vijvers en waterlopen (waar bepaalde insecten zich ontwikkelen) met oude houten steigers waar algen en een flora groeien die veel muggen aantrekken. In de winter vormen kleine vruchten en bessen een vervangende voedselbron.

De aanwezigheid van de zwarte roodstaart wordt bevorderd door gebieden met puin en weinig dichte vegetatie. Open omgevingen met minder dan 25% houtige vegetatie worden gewaardeerd door de soort, die ze gebruikt als jachtgebied.

Om deze soort te bevorderen

  • Behoud bezette nestplaatsen in gebouwen.
  • Installeer kunstmatige nestkasten.
  • Behoud open, steenachtige en rotsachtige omgevingen.
  • Creëer een "wilde" dakbedekking of een rotsachtig dak om een droge en bergachtige habitat na te bootsen, gekoloniseerd door planten van droge milieus (xeroftielen).
  • Installeer een insectenspiraal of een natuurlijke vijver om de aantrekkelijkheid van de locatie te verbeteren.
  • Verbied het gebruik van pesticiden.
Belangrijk!

De buitenafmetingen van de nestkast moeten 20 cm x 20 cm x 30 cm zijn met een ovale invliegopening van minimaal 3 cm lang en maximaal 4,7 cm en een nestkamer van 15 x 21 cm. Halfopen nestkasten (zoals roodborstkastjes) zijn ook geschikt. Nestkasten van betonhout hebben de voorkeur en moeten worden bevestigd met gegalvaniseerde stalen steunen.

De opening van de nestkast moet op het oosten of zuidoosten gericht zijn, op minimaal 2,5 meter en maximaal 3 meter van de grond. De nestkasten moeten in de schaduw worden geplaatst.

De meeste vogels verdedigen hun territorium tegen indringers van dezelfde soort. De zwarte roodstaart is territoriaal en verjaagt zijn concurrenten binnen een straal van 70 meter. Het is dus potentieel schadelijk om nestkasten met een hoge dichtheid voor dezelfde soort te installeren wanneer deze niet in kolonies nestelt. Het installeren van enkele nestkasten in licht variërende situaties biedt echter enige keuze wat betreft de nestlocatie. Het is ook mogelijk dat dezelfde nestkast door meerdere soorten wordt gebruikt die kunnen samenleven.

© Jan Van der Straaten, Saxifraga

Gerelateerde actiefiches