moerasspirea, dotterbloem, gewone engelwortel, koninginnekruid, moeraszegge, wolfspoot, veerdelig tandzaad, moesdistel, moerasvergeet-mij-nietje, grote kattenstaart, harig wilgenroosje, helmkruid, pinksterbloem, wilgenroosje, holpijp...
In het Latijn : Alopecurus pratensis, Festuca arundinaceae, Festuca rubra commutata, Lolium perenne, Poa pratensis, Lotus corniculatus, Achillea millefolium, Achillea ptarmica, Angelica sylvestris, Anthriscus sylvestris, Centaurea thuillieri, Daucus carota, Eupatorium cannabinum, Galium mollugo, Geranium pyrenaicum, Leucanthemum vulgare, Lychnis flos-cuculi, Lythrum salicaria, Malva moschata, Plantago lanceolata, Ranunculus acris, Rumex acetosa, Saponaria officinalis, Silene dioica, Agrostemma githago, Symphytum officinale, Lychnis flos-cuculi...