Over Renature Brussel Contact
nl
Een initiatief vanLeefmilieu Brussel

Leg een natuurlijke vijver aan

Vijvers en plassen zorgen voor een frisse en rustige plek en helpen de natuur in stand te houden: ze bieden voedsel, broedplaatsen en essentiële leefgebieden voor veel van de wilde soorten in ons gewest !

Uitzicht op een natuurlijke vijver in een bloemrijke weide

Creëer een natuurlijke vijver

Door de paar tips te volgen die in deze fiche staan, maakt u uw vijver aantrekkelijk voor de flora en fauna, die vanzelf zullen gedijen in deze ruimte, een echt nieuw onderdeel van het ecologische netwerk.

Technische info

Doelgroep Bedrijven - Particulieren - Overheidinstanties - Professionals
Seizoen Herfst - Winter
Type actie Plannen - Inrichten - Onderhouden - Een BAF+ verbeteren
Betrokken ruimte Groene ruimte - Tuin   - Openbare ruimte - Natura 2000
Niveau Gevorderd

Ontwerp uw project

Kies de juiste tijd en plaats

Het succes van een vijver, zowel esthetisch als ecologisch, hangt sterk af van de geschikte locatie en de zorg die besteed wordt aan de aanleg ervan.

  • Streef naar een oppervlakte tussen 2 en 25 m², met 2 tot 3 m lage begroeiing rond de randen.
  • Kies bij voorkeur een zonnige (zuidgerichte) plek, vrij van nabije bomen in het oosten en westen ;
    Leg de vijver aan op een deel van het terrein dat niet afhelt, idealiter op het laagste punt, bij voorkeur in de buurt van een plek voor regenwatervoorziening (regenput, dak, geulen, enz.) en een toevluchtsoord voor biodiversiteit (hagen, bloemenweide, stenen muur, enz.) ;
  • Aarzel niet om voor het lokaliseren van de vijver gebruik te maken van de atlas van amfibieën en reptielen van het gewest. Het is een geweldige optie voor wie de biodiversiteit in de Waterstad wil ontwikkelen ;

  • Als u kleine kinderen of huisdieren hebt, overweeg dan om rond de vijver een licht hek van 1 of 2 meter te plaatsen dat kleine dieren doorlaat (hekwerk op rol) ;
  • Zorg ervoor dat uw vijver in een gebied ligt dat vrij is van nutsvoorzieningen (ondergrondse installaties, leidingen) door eventueel de plannen aan te vragen bij uw gemeente en het KLIM (Federaal Kabels en Leidingen Informatie Meldpunt).
Foto van een zwarte salamander met gele vlekken
Vuursalamander © Kees Marijnissen, Saxifraga

Raadpleeg de verspreidingskaart van amfibieën

Foto van een bruine kikker op rotsen
Vrouwelijke bruine kikker © Simon Eugster, CC BY-SA 3.0

Kies het geschikte moment

Wat planning betreft, leg uw vijver aan in september-oktober, buiten de vorstperiode (wanneer het grondwaterpeil het laagst is). 

Dit kan tot in februari als er geen vorst is, maar nooit in de lente omdat de grondwaterspiegel dan meestal hoog staat en dit een broed- en nestperiode is. 


Kies het type waterdichtheid

Niet elk bodemtype is geschikt om stilstaand water op te houden :

  • De meeste bodems zijn natuurlijk drainerend, waarbij water met verschillende snelheden infiltreert. Hoe zanderiger de bodem, hoe sneller de infiltratie. Daarom is het vaak nodig om de bodem van de vijver waterdicht te maken opdat er altijd water in staat.
  • Onder in de valleien, waar natuurlijke en spontane vijvers zijn, is de bodem kleiachtiger en houdt hij het water langer vast, maar vaak met min of meer langdurige perioden waarin de vijver opdroogt.

Daarom is het doorgaans aan te raden om de bodem van de vijver waterdicht te maken.

U hebt meerdere mogelijkheden:

Wist u dat ?

Overweeg om de vijver waterdicht te maken als de grond droog, zanderig en drainerend is. Dat is niet per se nodig als de bodem kleiachtig en ondoorlaatbaar is en gevoed wordt door een grondwaterspiegel die ’s zomers minder dan 1 m diep zit.  Het niveau van de grondwaterspiegel kan 1 of 2 jaar vóór het ontwerp van uw vijver door een professional of met een piëzometer worden bepaald. 

Theoretische informatie is ook beschikbaar via de tool Infiltrasoil van Leefmilieu Brussel. 

  • U kunt kiezen voor natuurlijke klei (onder meer verkrijgbaar in de vorm van bentonietpoeder, of soms ook ter plaatse recupereerbaar), eventueel tussen twee lagen geotextiel.
    Dit is de meest natuurlijke aanpak, maar ook de moeilijkste om te implementeren. Op onstabiele bodems kan klei barsten en lekken veroorzaken, zelfs als de laag meer dan 50 cm dik is!
  • U kunt ook kiezen voor een synthetisch dekzeil in PVC of EPDM (butylrubber), bedekt met een fijn gaas (type kippendraad) dat bestand is tegen de tanden van microknaagdieren, en een bed van 5 cm zand om het reliëf af te ronden en scherpe punten en randen te vermijden (als de grond steenachtig is). Dit is de gemakkelijkste en goedkoopste en daarom de meest gebruikte methode bij tuinontwerpen.
  • Vermijd voorgevormde kunststof bekkens. Die zijn duur, niet erg milieuvriendelijk, onmogelijk te repareren en ze blijven een moeilijk te camoufleren kunstmatig uiterlijk hebben.
  • Vermijd ook inbouwreservoirs van glasvezel of beton.

De optie van een vijver voor regenwaterbeheer

Gebruik voor het vullen van de vijver regenwater dat is opgevangen in een reservoir.

Na de eerste keer vullen is het mogelijk om de vijver permanent te voeden via de overloop van het reservoir of rechtstreeks via daken (behalve metalen daken gemaakt van zink, koper, enz.), terrassen en niet-berijdbare, ’s winters niet-gepekelde wegen. Vermijd water van wegen en opritten dat koolwaterstoffen bevat.

Het water kan worden afgevoerd via ondergrondse leidingen of, nog beter, via een infiltrerende ‘waterweg’ die de tuin doorkruist en bijdraagt tot een geïntegreerd regenwaterbeheer.

Als de vijver regelmatig verbonden is met een waterbron, voeg dan buiten het ondoordringbare oppervlak een groter infiltrerend overstromingsgebied toe. Het kan bijvoorbeeld gaan om een grindoppervlak.

Merk op dat een vijver die verbonden is met een regenwaterbron ecologisch anders evolueert dan een vijver die uitsluitend door de natuur wordt gevoed. Het peil zal meer schommelen en als er lang weinig neerslag valt zal hij soms droog staan.

Foto die regenwater laat zien dat stroomt in een pas gegraven vijver.
Regenwaterafvoer naar een pas gegraven vijver © Leefmilieu Brussel

Kies uw waterplanten

U kunt de aanplantingen kiezen met het oog op de diersoorten die mogelijk in het gebied aanwezig zijn, op basis van onze verspreidingskaarten en soortenfiches.

Introduceer geen invasieve exotische soorten (klein kroos, parelvederkruid …) en controleer de planten die u kocht of kreeg zorgvuldig om er niet per ongeluk te introduceren !

Wist u dat?

Wat de vegetatie betreft, zullen sommige soorten na een paar maanden spontaan verschijnen. Dit natuurlijke kolonisatieproces verloopt gemakkelijker in gebieden waar al vijvers voorkomen.

Als u de natuur een handje wilt helpen en u de vijver actief wilt beplanten, kies dan de volgende soorten (zie onze soortenfiches) :

herbe-nevit-dilmen.jpg herbe-nevit-dilmen.jpg
© Nevit Dilmen - CC BY-SA 3.0

Op de oevers

moerasspirea, dotterbloem, gewone engelwortel, koninginnekruid, moeraszegge, wolfspoot, veerdelig tandzaad, moesdistel, moerasvergeet-mij-nietje, grote kattenstaart, harig wilgenroosje, helmkruid, pinksterbloem, wilgenroosje, holpijp...

In het Latijn : Alopecurus pratensis, Festuca arundinaceae, Festuca rubra commutata, Lolium perenne, Poa pratensis, Lotus corniculatus, Achillea millefolium, Achillea ptarmica, Angelica sylvestris, Anthriscus sylvestris, Centaurea thuillieri, Daucus carota, Eupatorium cannabinum, Galium mollugo, Geranium pyrenaicum, Leucanthemum vulgare, Lychnis flos-cuculi, Lythrum salicaria, Malva moschata, Plantago lanceolata, Ranunculus acris, Rumex acetosa, Saponaria officinalis, Silene dioica, Agrostemma githago, Symphytum officinale, Lychnis flos-cuculi...

eau-lionello-delpiccolo-liodp.jpg eau-lionello-delpiccolo-liodp.jpg
© Lionello DelPiccolo liodp - CC0

In het water

  • In het slijk, 0 tot 5 cm diep : hangende zegge, oeverzegge, scherpe zegge (In het Latijn : Carex pendula, Carex riparia, Carex acuta, Carex acutiformis)...
  • In het slijk, 0 tot 10 cm diep : pitrus, boswederik, watermunt, grote kattenstaart, zwanenbloem (In het Latijn : Juncus effusus, Lysimachia vulgaris, Mentha aquatica, Lythrum salicaria, Butomus umbellatus)…
  • In het slijk, 0 tot 30 cm diep : waterdrieblad, struisgras, witte waterkers, gele lis, kalmoes (In het Latijn : Marsilea quadrifolia, Phalaris arundinacea, Nasturtium officinale, Iris pseudacorus, Acorus calamus)…
  • In het slijk, 20 tot 40 cm diep : waterweegbree, dotterbloem, pijlkruid, grote egelskop, witte waterkers (In het Latijn : Alisma plantago-aquatica, Mentha aquatica, Caltha palustris, Sagittaria sagittifolia, Sparganium erectum, Nasturtium officinale)...
  • Planten met drijvende bladeren met een diepte van 5 tot 150 cm : drijvend fonteinkruid (Potamogeton natans)…
  • Ondergedompelde planten : sterrenkroos, grof hoornblad (Callitriche stagnalis, Euonymus europaeus)…

Draag zorg voor de kleine fauna

Wist u dat?

Dieren zullen spontaan aangetrokken worden tot de vijver, dus introduceer geen vissen (goudvissen, kois ...) die zouden kunnen concurreren met wilde soorten en de insecten, dikkopjes en andere larven zouden kunnen verslinden.

Een waterpartij is een magneet voor biodiversiteit! Al snel na de aanleg zal een vijver talrijke insecten, vogels en zelfs kleine zoogdieren aantrekken. Een goed ontworpen waterpartij vermindert in deze kleine wereld het risico op verdrinking.

  • Creëer toegang tot het water voor vogels door een kleine grind- of zandbank aan te leggen. Het water moet er enkele centimeter hoog staan.
  • Zorg voor zachte hellingen of ontsnappingsroutes voor kleine dieren zoals egels die erin kunnen vallen. 
  • Zorg voor rustplaatsen voor libellen door een paar platte stenen op een ander deel van de oever te leggen.
Een bosbeekjuffer poseert op een boterbloem
Bosbeekjuffer © Bart Vastenhouw, Saxifraga

Leg uw vijver aan

Qua materiaal hebt u nodig:

  • Voor de grondwerken: schop, spade, hark, kruiwagen… 
  • Een hek als u huisdieren of kinderen hebt.
  • Grind, kiezels of decoratieve stenen (optioneel).
Schéma d’une clôture surélevée sur toute sa longueur de manière à aménager un passage pour la petite faune sur toute sa longueur
Clôture surélevée, dégageant un passage sur tout le long de la clôture pour laisser passer la faune © Frédéric Thiry, Bruxelles Environnement

De grond voorbereiden en graven!

Zet de omtrek van de toekomstige vijver op de grond uit met een streep bloem, natuurlijke grondmarkeringsverf of een eenvoudig verlengsnoer.

In een gazon, verplaatst u de graszoden over het hele oppervlak om ze elders te gebruiken, bijvoorbeeld om gaten in andere delen van de tuin te repareren.


Rond de vijver

  1. Bereid een oneffen bodem voor (met de vooraf verwijderde grond). Geef hem een onregelmatige vorm, maar zonder complexe bochten, om ruimte te bieden aan lage vegetatie die laattijdig gemaaid zal worden.
  2. De grond kan ook worden gebruikt om een kleine ophoging te maken aan de noordkant van de vijver. Die beschermt de vijver tegen koude wind.
Schema met een voorbeeld van een vijvervorm van bovenaf bekeke
Voorbeeld van een aanbevolen vijvervorm © Leefmilieu Brussel

In de vijver

  1. Graaf het gat, handmatig of mechanisch voor grotere volumes, volgens de algemene schets van het ontwerp.
  2. Varieer de diepte (idealiter 0,80 tot 1,50 m op het laagste punt). De diepte wordt bepaald door het geschatte waterpeil in augustus-september, zodat u het hele jaar door water hebt. Graaf dieper dan de uiteindelijk gewenste diepte (voeg ongeveer 10 cm toe met een dekzeil en 40 cm met klei), want u moet rekening houden met de beschermings- en waterdichtingslagen en met de dikte van het substraat op de bodem van de vijver.
  3. Creëer zachte hellingen (op het zuiden (<10°)) en iets steilere (op het noorden (<20°)) om dieren eruit te laten. Om de aanplantingen te vergemakkelijken, brengt u vlakken aan op verschillende diepten om plaats te bieden aan verschillende soorten.
  4. Stamp de aarde aan. Aarzel niet om voor de stabiliteit wat water te gebruiken.
  5. Verwijder grote, scherpe stenen.
Schema van de verschillende waterplanten die een vijver kan bevatten en de hellingen die gerespecteerd moeten worden
1. Steile helling op het noorden / 2. Ondergedompelde plant / 3. Plant met drijvende bladeren / 4. Semi-waterplant / 5. Plant op drassige oevers / 6. Maximale diepte 1,5 m / 7. Zachte helling op het zuiden © Leefmilieu Brussel

Maak de bodem van de vijver waterdicht

Waterdicht maken met een dekzeil

  1. Plaats eerst rond de bodem en de randen van de vijver een fijn gaas dat bestand is tegen de tanden van kleine knaagdieren (zoals een licht kippengaas). Let op dat er geen uitstekende ijzeren uiteinden zijn.
  2. Leg een laag aarde of rivierzand boven op het gaas (als de grond steenachtig is).
  3. Leg het zeil in de vorm van de vijver en vouw het naar binnen. Het zeil moet verder reiken dan de omtrek van de poel en de randen mogen niet leeg bevestigd worden. Vul de poel eerst. Het gewicht van het water drukt de dichtingslaag dan aan zonder ze te scheuren. Vervolgens kunt u de randen van het zeil vastmaken en verbergen onder stenen en andere decoratie.

Om de grootte van het zeil en het gaas te bepalen, neemt u een rechthoek:

  • Met als lengte = maximale lengte + 2 keer de maximale diepte.
  • Met als breedte = de maximale breedte van de poel + 2 keer de maximale diepte.
Opgepast

Enkel blootsvoets over het zeil stappen! Schoenen zouden lekken kunnen veroorzaken.

Waterdicht maken met klei

Voeg een laag natuurlijke klei van minstens 30 cm dik toe (in de handel verkrijgbaar bentoniet). Breng ze rechtstreeks op de bodem van de vijver aan, of tussen twee lagen op maat geknipt geotextiel. Geef de klei snel water om scheuren en lekken te voorkomen.


Wist u dat?

Om ervoor te zorgen dat uw vijver amfibieën en reptielen verwelkomt, introduceert u geen vissen en laat u wat dode bladeren op de bodem liggen, die worden gewaardeerd door de insecten die zich in het water voortplanten. Opgelet, te veel bladeren kunnen leiden tot dichtslibben en zuurstofgebrek.

Foto van een vijver in de laatste fase met de hulp van kinderen
Gezamenlijke voltooiing van een vijver © Leefmilieu Brussel

Werk uw nieuwe natuurlijke habitat af

  1. Vul de vijver de eerste keer met helder water. Dit om het plastic schoon te maken en te spoelen, maar ook om vorm, contouren en hellingen eventueel aan te passen. Schep dit spoelwater weg met een schone emmer.
  2. Voeg op de bodem van de vijver een laag van ongeveer 5 cm vrij arme grond toe, het minst ‘zwarte’ en oppervlakkigste deel van de uitgegraven grond, vermengd met 50% zand. Vermijd compost of potgrond. U kunt uw vijver ook ‘inzaaien’ met slib uit een nabijgelegen vijver.
  3. U kunt de vijver vervolgens permanent vullen met schoon, vers water, idealiter regenwater uit een regenput. U kunt de vijver in één keer vullen of wachten tot hij zich vult met de herfst- en winterregens (meestal al na een paar weken). Zo niet is ook leidingwater mogelijk, maar dat is gechloreerd en rijk aan mineralen en kan het ecologische evenwicht verstoren.
  4. Snijd na de definitieve vulling de randen van het zeil af tot op 40-50 cm van de rand van de zone die nat moet worden gehouden (vijver + eventueel moerasland). Zet de randen stevig vast om het zeil te verbergen en tegen de zon te beschermen. Licht verzwakt het plastic materiaal, waardoor het uitdroogt en barst.
  5. Bedek het met een flinke laag aarde of duw het onder het gazon met een spade.

De aanplantingen

  • Laat de vegetatie de vijver op natuurlijke wijze koloniseren of plant zelf 2 tot 3 planten/m². Vermijd te veel planten, want planten hebben de neiging om snel te groeien.
  • Plant bij voorkeur in het vroege voorjaar, of het hele jaar door (buiten de vorstperiode) als de planten in kluitvorm zijn (verkocht in potten).
  • Plaats elke plant op de juiste diepte, volgens haar behoeften.
  • Voor zuurstofplanten die volledig onder water staan, moet het planten plaatsvinden op het diepste punt van de vijver, tussen mei en juni, en minstens 6 weken na het vullen. Ook hier biedt het gebruik van manden een praktische oplossing. Het substraat moet dan worden verzwaard met stenen.
Wist u dat?

Een eenvoudige, praktische oplossing in de tuin zijn planten in gemakkelijk te onderhouden en te verplaatsen onderwatermanden. Haal hiervoor de planten uit hun kweekpotten en plaats ze in manden gevuld met een mengsel van klei, grind, zand en potgrond (of koop een speciaal substraat voor vijvers). Plaats de mand een paar dagen in een ondiep gedeelte van de vijver voordat u ze naar haar definitieve locatie verhuist.

Uitzicht op een natuurlijke vijver in een bloemrijke weide
© H. Caulier, Leefmilieu Brussel

Kalender

Aanleg moeglijk : September - December
Niet aanleggen : April - Juli
Schatting van de diepte : Augustus - Oktober
Aanplanting : Maart - Juli
Onderhoud van de omgeving : September - November
Onderhoud van de vijver : Januari - Maart
Onderhoud van de vijver : November -

Gerelateerde soortenfiches

Gerelateerde actiefiches