Verrijk uw gazon met bolplanten

• Kies stevige bollen die er gezond uitzien en vrij zijn van schimmel of rot. Ze worden los verkocht of in doorlaatbare (geperforeerde) zakken, gevuld met vochtabsorberende snippers of compost.
• Geef de voorkeur aan bollen die kunnen ‘verwilderen’, omdat ze zich geleidelijk vestigen en verspreiden: krokus, herfsttijloos, sneeuwklokje, druifhyacint, kievitsbloem, bostulpen, sterhyacint, sneeuwroem, enz.
• Bewaar ze in afwachting van het planten op een droge, frisse plaats en beschermd tegen licht In het ideale geval plant u ze snel na de aankoop.

• Vermijd bollen in potten die al scheuten vertonen. Deze planten kunnen worden gebruikt om bloembakken of perken te versieren, maar er is geen garantie dat ze goed zullen gedijen in een gazon.
• Vermijd bollen waarop al een scheut verschijnt. Een klein groen of geel topje is geen probleem, maar als er zachte stengels ontstaan, komt de bolontwikkeling in het gedrang. 
• Vermijd de al te gecultiveerde variëteiten die minder wild ogen. Ze zijn vaak kwetsbaar en groeien minder gemakkelijk in gazons. Dit is vaak het geval bij klassieke tulpen, pomponvariëteiten, enz.

Bereidde uw grond voor

1. Bereid de te beplanten zone voor met een korte maaibeurt, op het laagste punt van de maaier. Dit is uitzonderlijk. Doe dit niet voor het normale onderhoud!
2. Voor gemengde soorten mengt u uw de bollen eerst in een bak. Vermijd het planten van bollen met een te lage dichtheid: als ze te wijd verspreid zijn, zien ze er onaantrekkelijk uit en wordt maaien moeilijker.
3. Maak met een bollenplanter gaten die iets dieper zijn dan 2 keer de hoogte van de bol. Groepeer 2 tot 3 bollen van dezelfde soort per gat om het effect te maximaliseren. Als u een klassieke pootstok met punt gebruikt, doe er dan maar één bol in, vul de uiteinden op met zand en vermijd lege ruimten onder de bol, want dan zou hij gaan schimmelen. 
4. Als de grond zwaar en kleiachtig is, voegt u een laag zand toe op de bodem van het gat om de drainage te verbeteren.
5. Als de grond arm is, mengt u er een beetje compost doorheen (hoewel dit in de meeste gevallen niet nodig is).

Plant je bollen

1. Plaats de bollen in het gat met de spitse kant naar boven en de wortels naar de bodem van het gat.
2. Sluit het plantgat af met de beschikbare grond en druk goed aan zodat het een samenhangend geheel vormt. Vermijd het pletten van de bollen of het verdichten van de grond.
3. Probeer de graszode terug te plaatsen op dezelfde hoogte als voorheen, maar houd er rekening mee dat het gazon er een tijdje enigszins verstoord kan uitzien. Als u compost hebt toegevoegd, zal het gazon er op die plaats wellicht groener uitzien met langer gras.
4. Begiet overvloedig na het planten. Geef indien nodig elke dag oppervlakkig water totdat het gazon tekenen van herstel vertoont, vooral als het een droog voorjaar is.