Bied voedsel aan wilde bijen
Wilde bijen raken in sneltempo hun habitats kwijt. Hun drastische daling in Brussel is een gevolg van de snelle verdwijning van plekken waar ze de nodige bloemen vinden. Nochtans is het gemakkelijk om een tuin, balkon, gevel of dak om te toveren tot een onweerstaanbaar plekje waar ze het heel erg naar hun zin zullen hebben.
Doe wilde bijen een plezier
Er zijn meer dan 200 soorten wilde bijen in Brussel, maar de helft van deze bestuivertjes is bedreigd. Om ze te beschermen, kunt u stukje grond, zelfs al is het maar een heel klein stukje, transformeren tot een bed en breakfast voor hen om zo deze honingverzamelaars pollen en nectar aan te bieden.
Technische info
Plan de inrichting
Zoek uit welke soorten mogelijk aanwezig zijn
Er kan een inventaris worden opgesteld van een terrein, maar het proces om daartoe te komen kan lang duren en is complex, want bijen herkennen is moeilijk als men daar geen opleiding over heeft genoten. Zo'n onderneming is dus vooral interessant voor grote terreinen, zones met een hoge biologische waarde of wanneer parken worden heringericht.
Om de meest geschikte planten te kiezen voor de aanwezige soorten, kunt u de Atlas van de wilde bijen (pdf) raadplegen of de website waarnemingen.be bezoeken. U kunt ook bekijken welke insecten gefotografeerd werden op uw terrein via de applicatie iOBS/Obsidentify of iNaturalist.
Observeer uw terrein
Via de planten die aanwezig zijn op uw terrein of in uw wijk kunt u erachter komen of er gespecialiseerde soorten aanwezig zijn die bijgevolg erg specifieke noden hebben. Het gaat daarbij over bijen die slechts één soort of één plantenfamilie gebruiken om zich te voeden of die soms gewoon duidelijke voorkeuren hebben.
Zandbijen komen vaak voor waar er wilgen zijn, de grote wolbij is verzot op blauwe en paarse lipbloemen, de kattenstaartdikpoot haalt honing uit de kattenstaart ...
Neem wat er al is als uitgangspunt
Baseer u bij het inrichten van uw terrein op de al aanwezige beplanting: bomen, grasland, braakliggende grond, hagen, distels, braamstruiken ... Het zijn allemaal elementen die de al aanwezige bijen nodig kunnen hebben en ze kunnen eronder lijden als de beplanting wordt gerooid of gewijzigd.
Richt zones in die van nature bloemrijk zijn
Plant de bloemen die geliefd zijn bij de Brusselse bijen
Dankzij wetenschappers en vrijwilligers is er een top 30 opgesteld van planten die in verband worden gebracht met waarnemingen van wilde bijen in Brussel. Dit is de lijst met planten die het best geplant zouden worden om een terrein gunstig in te richten voor bestuivers.
Het favoriete menu van korttongige soorten
Sommige bijen hebben een korte tong, zoals de colletidae, andrenidae, halictidae en melittidae. Deze korte tong betekent dat ze op zoek moeten naar eenvoudige, zeer open, platte bloemen waar de nectar gemakkelijk te bereiken is. Dit zijn bloemen die vaak andere likkende insecten aantrekken, zoals zweefvliegen en andere vliegen die zich voeden met bloemen.
Bijen met een korte tong geven over het algemeen de voorkeur aan witte, groene of gele bloemen uit bloemenfamilies met eenvoudige bloemen:
- (Asteraceae) Samengesteldbloemigen (geen distels): paardenbloemen, madeliefjes ...
- Rosaceae: bramen, frambozen, rozen, meidoorns, sleedoorns, wilde rozen ...
- Apiaceae: wilde wortel, venkel, koriander, dille, kleine pimpernel ...
- (Asteraceae) Samengesteldbloemigen (distels): distels, vederdistel, klis, korenbloemen, centaurie ...
- (Brassicaceae) Kruisbloemenfamilie: kool, koolzaad, mosterdplant ...
- (Fabaceae) Vlinderbloemenfamilie : klaver, honingklaver ...
- (Lamiaceae) Lipbloemen: paarse dovenetel, munt, lavendel, hartgespan ...
- (Campanulaceae) Klokjesfamilie: klokjes, jasione ...
- (Caprifoliaceae) Kamperfoeliefamilie: kamperfoelie, scabiosa, blauwe knoop ...
- (Ranunculaceae) Ranonkelfamilie: ranonkels, boterbloemen, dotterbloemen, nieskruid, clematis ...
Een lekkernij voor langtongige soorten
Sommige families hebben relatief lange tongen die ze, zoals een zuigsnuit, kunnen gebruiken om in het hart van langwerpige bloemen te duiken: megachilidae, sachembijen (Anthophora) en apidae. Deze soorten, zoals de honingbij of de aardhommel, kunnen zich aanpassen aan een groot aantal planten met bloemen. Sommige hebben enkele duidelijke voorkeuren, maar kunnen gemakkelijk terugvallen op alternatieven.
Langtongige bijen hebben over het algemeen een voorkeur voor blauwe, paarse, rode, roze en witte bloemen, vaak uit bloemenfamilies met een bloemenkroon:
- (Lamiaceae) Lipbloemen: paarse dovenetel, munt, lavendel, hartgespan ...
- (Fabaceae) Vlinderbloemen: rolklaver, klaver, honingklaver, wikke, lathyrus, welriekende lathyrus ...
- (Asteraceae) Samengesteldbloemigen: distels, vederdistel, klis, korenbloemen, centaurie ...
- (Boraginaceae) Ruwbladigenfamilie: bernage, smeerwortel, vergeet-me-nietje, ossentong, longkruid ....
- Rosaceae: bramen, frambozen, rozen, meidoorns, sleedoorns, wilde rozen ...
- (Scrophulariaceae) Helmkruidfamilie / (Plantaginaceae) Weegbreefamilie: leeuwenbekken, vingerhoedskruid, vlasleeuwenbek ...
- (Caprifoliaceae) Kamperfoeliefamilie: kamperfoelie, scabiosa, blauwe knoop, kaardenbol ...
- (Ericaceae) Heidefamilie: heide, struikhei ...
- (Campanulaceae) Klokjesfamilie: klokjes, jasione ...
- (Lythraceae) Kattenstaartfamilie: kattenstaart.
Van de lente tot de herfst bloemen aanbieden
Wilde bijen leven niet allemaal op hetzelfde moment. Sommige soorten verschijnen zodra de eerste zonnestralen zich vertonen aan het einde van de winter, andere verschijnen op het hoogtepunt van de zomer en weer andere zijn pas zichtbaar tijdens de laatste mooie dagen van de herfst.
Daarom is het nodig om een verscheidenheid aan aanplantingen te voorzien die bloemen garanderen van februari à maart (zoals lentebloembollen en bepaalde fruitbomen) tot oktober à november (zoals herfstbollen, tijloos en cyclaam, klimop, heide, struikhei, bepaald vetkruid, zonnekruid of bepaalde meer exotische planten zoals de cosmos).
Enkele observatieperiodes
- Verschillende soorten hommels: begin maart tot eind oktober
- Grote zijdebij (Colletes cunicularius): begin maart tot eind april
- Ranonkelbij (Chelostoma florisomne): midden april tot midden juni
- Grote klokjesbij (C. rapunculi): half juni tot begin augustus
- Kleine harsbij (Anthidiellum strigatum): eind juni tot midden augustus
- Ogentroostdikpoot (Melita tricincta): begin augustus tot eind september
- Klimopbij (Colletes hederae): begin september tot eind oktober
Kies voor een beetje van alles of veel van een beetje
Bijen met een zeer algemeen dieet, zoals de honingbij of de meeste hommels, geven de voorkeur aan gevarieerde landschappen, zoals bloemenweiden en bijenbraak.
Bijen die gespecialiseerd zijn in bepaalde voedselcategorieën hebben dan weer meer behoefte aan veel van één plantensoort of -familie en zijn meer geïnteresseerd in zogenaamde monoflorale zones.
Kies voor een indeling die rekening houdt met de soorten die mogelijk aanwezig zijn of combineer verschillende zones door een “natuurlijk” grasland te voorzien dat onderbroken wordt door monoflorale plekken.
Diversifieer uw gazon
- Beperk gazons tot wat strikt noodzakelijk is (voor picknicks, balspelen, ontspanning ...) en pas overal elders extensief beheer toe.
- Overweeg om in delen waar er weinig mensen komen bloeiende alternatieven te voorzien: plant die zone vol met kleine tijm, klaver, voorjaarsbloembollen ...
- Schakel daar waar gazon geen toegevoegde waarde heeft over op een hooiland of bloemenweide.
Geef de voorkeur aan inheemse planten en eenvoudige bloemen
Dit basisadvies is des te belangrijker voor onze bijen, aangezien ze exotische planten mogelijk niet herkennen.
Wilde planten met eenvoudige bloemen waar niet mee is “geknoeid” door tuinbouwselectie om meer bloemblaadjes te produceren, zijn de beste keuze. Kies bijvoorbeeld voor de discrete korenbloem in plaats van de “dubbele” korenbloem die vaak in zadenmixen zit.
Kies voor nuttige uitheemse of tuinbouwplanten
De meeste wilde bijen geven de voorkeur aan inheemse planten. De meest generalistische en tolerante onder hen kunnen ook gebruikmaken van uitheemse planten. Op voorwaarde dat ze niet invasief zijn, is het dus mogelijk om op een intelligente manier enkele tuinbouwplanten te integreren in een park- of tuinontwerp. Dit is vaak het geval met aromatische, kruidige of traditioneel gebruikte planten.
De WildBnB-Atlas suggereert, op basis van waarnemingen in Brussel, enkele planten en de bijhorende bijen.
Onderhoud de ruimte om deze zo aantrekkelijk mogelijk te maken
Stel maaien in mei nog even uit ...
Maai mei niet!Maai mei niet! Deze jaarlijkse campagne moedigt mensen aan om hun gazon een maand lang niet te maaien. Zo kunnen bijvoorbeeld paardenbloemen bloeien, een essentiële bron voor veel soorten!
... maar maai niet alles tegelijkertijd!
Veel maaien vermindert drastisch en eensklaps de voedselbronnen voor bestuivers op het hoogtepunt van hun voortplantingsperiode. Als u in mei niet heeft gemaaid, zou plotseling zomaar het maaien hervatten op 1 juni een ramp zijn voor bijen!
Kies voor gedifferentieerd maaien:
- Laat altijd ongeveer 25% van het oppervlak over als zogenaamde vluchtzone die later gemaaid zal worden en laat dan elders in het gazon 25% vluchtzone over.
- Gebruik een zeis of maaibord voor zones die niet echt worden gebruikt!
Gepast een zeis of maaibord gebruiken ... en op het juiste moment!
Net als bij maaien is het schadelijk voor insecten om het hele oppervlak van een bloeiend grasland tegelijkertijd te maaien.
- Laat altijd minstens 25% van het oppervlak vrij als vluchtplaats voor oppervlakken die jaarlijks worden gemaaid (met zeis of maaibord).
- Voor zones die twee keer per jaar (met een zeis of maaibord) gemaaid worden, laat je 25% van de oppervlakte tussen de twee percelen vrij.
- Kies voor voorzichtige maaimethoden: maak gebruik van een zeis of maaibord. Maai eventueel met een bosmaaier (grastrimmer).
- Gebruik een hark om al het hooi in grote hopen samen te brengen en laat dat even liggen.
- Verwijder ongeveer 48 uur na het maaien de hooiresten om verrijking van de grond te voorkomen of verzamel ze op een hoop in een hoek van het perceel. Zoveel tijd is er nodig om een deel van de insecten het hooi te laten verlaten en beschutting te zoeken.
- Gebruik geen bladblazer.
- Maak geen gebruik van een klepelmaaier.
Houd een voorspelbaar onderhoudsschema aan
Het ritme van bijen en bloemen loopt relatief goed synchroon. Dus maai, al dan niet met een zeis of maaibord, en snoei volgens een relatief stabiel jaarschema.
De soorten die zich vestigen hebben bijzondere levenscycli die heel snel verstoord kunnen worden door een slechte timing waardoor ze mogelijk zelfs helemaal verdwijnen. Een paar weken eerder maaien dan gepland, kan ervoor zorgen dat een heel bloeiseizoen en de wilde bijen die daarvan afhankelijk zijn zomaar verdwijnen.
Deze combinatie van biologische cycli houdt ook in dat zo’n methoden pas na een paar jaar hun vruchten afwerpen.
Een bijkomend probleem is dat de klimaatverandering deze synchronisatie van levensritmes verstoort, met verstoorde bloeiperiodes tot gevolg. Reden te meer om niet nog meer stress te veroorzaken. Observeer de plek dus goed vooraleer aan de slag te gaan.
Maaischema
De maaiperiode hangt af van het type vegetatie en het stadium waarin het zich bevindt. Voor het meeste Brusselse grasland worden twee of drie maaibeurten aanbevolen:
- In bloemarme graslanden die gedomineerd worden door grassen zoals de gestreepte witbol (Holcus lanatus), de glanshaver (Arrhenatherum elatius) of de grote vossenstaart (Alopecurus pratensis), moet indien nodig een eerste vroege maaibeurt uitgevoerd worden in de eerste helft van mei. Dit intensievere maaibeheer moet enkele jaren worden voortgezet, totdat de grassen zich terugtrekken en de weide bloemrijker wordt.
- In de zomermaaien kan er gemaaid worden van midden juni tot eind juli, wanneer de grassen in bloei staan. Hierdoor worden de grassen benadeeld ten opzichte van de bloemen en kan de bloemenfractie zich ontwikkelen. Voor grasland met meer bloemen is dit de eerste maaibeurt van het jaar.
- Een late maaibeurt vindt plaats in de herfst, van half september tot half oktober, voor het begin van de winterse periode. In bloemrijkere situaties is dit de tweede maaibeurt. In sommige gevallen is dit de enige jaarlijkse maaibeurt.
Verbodsregels, verplichtingen, procedures … Wat zegt de wet ?
In Brussel is geen enkele bijensoort rechtstreeks beschermd, maar ze halen wel hun voordeel uit verschillende onrechtstreekse maatregelen in verband met de milieuwetgeving.
Het is verbodem om:
- Pesticiden te gebruiken voor het onderhoud van openbare ruimten in het Brussels Gewest en dat geldt zowel voor plekken die gewestelijk als gemeentelijk beheerd worden.
- Pesticiden te gebruiken op voetpaden, opritten, terrassen en andere terreinen die verbonden zijn met rioleringen, en in bufferzones rond waterlopen en watervlakken.
- Pesticiden te gebruiken in de beschermingszone rond grondwaterwinningen (rond het Terkamerenbos en het Zoniënwoud).
- Pesticiden te gebruiken in scholen, crèches, verzorgingstehuizen of speeltuinen of op picknickplaatsen en horecaterrassen..
- Glyfosaat (onkruidverdelger) te gebruiken en systemische insecticiden (neonicotinoïden) te gebruiken.
Het is verplicht om:
- Een milieuvergunning aan te vragen bij de gemeente voor het plaatsen van meer dan drie bijenkorven.