Over Renature Brussel Contact
nl
Een initiatief vanLeefmilieu Brussel

Zaai een bloemenweide

Droomt u van een overvloed aan wilde bloemen die uw tuin een landelijke uitstraling geven? Wij leggen u uit van A tot Z hoe u een mooie bloemenweide aanlegt, met het juiste zaaigoed, de beste zaaitechnieken en het nodige onderhoud om ze lang fleurig te houden.

Zo wordt uw tuin een streling voor het oog en een waar genot voor onze vrienden, de bestuivende insecten!

Bloemenweide met rode klaprozen en blauwe korenbloemen

Een bloemenweide aanleggen en onderhouden

Naast het onmiskenbare esthetische belang heeft de bloemenweide tal van voordelen. Het vergt minder onderhoud dan het gazon, dat tijdens het zomerseizoen elke twee weken gemaaid moet worden. Daarnaast trekt het veel bestuivende insecten aan, zoals vlinders en bijen, en dienen de grassen als eierlegplaats en voedsel voor veel soorten vlinders.

Technische info

Doelgroep Particulieren - Bedrijven - Overheidinstanties - Professionals
Seizoen Herfst - Lente
Type actie Plannen - Inrichten - Onderhouden
Betrokken ruimte Openbare ruimte - Groene ruimte - Tuin  
Niveau Beginnend

Plan uw tuinwerk

Kies lokaal en geschikt zaaigoed

Kies bij voorkeur wilde planten “van bij ons”

De meeste zadenmengsels voor “bloemenweiden” die in de winkel te koop zijn, hebben helaas weinig interessants te bieden voor onze bijen, vlinders en andere bestuivers. Na jaren van inspanningen om op kunstmatige wijze steeds grotere en kleurrijkere bloemen te selecteren, produceren de cultivars nog maar weinig stuifmeel en nectar. Kies liever zaaigoed “van bij ons” (van “inheemse” planten). De bloei is misschien minder kleurrijk of uitbundig dan die van hun evenknieën uit de tuinbouw, maar de lokale fauna is er veel beter mee af. Bovendien zaaien deze zaden zich jaar na jaar opnieuw uit.

Duizendblad
Duizendblad © Amanda Slater - CC-BY-SA-2.0

Bij de volgende kwekers (niet-limitatieve lijst) vindt u een mooi aanbod van biologische en lokale zaden:


Kies voor mengsels die aangepast zijn aan het terrein

In een bloemenweidemengsel zitten gewoonlijk zaden van eenjarige planten (zoals klaproos, korenbloem, bolderik, …), vaste planten (zoals margriet, rapunzelklokje, duizendblad, …) en grassen (zoals rood zwenkgras, vossenstaart, veldbeemdgras, …).Er zijn ook “zuivere” mengsels van eenjarigen op de markt, die het eerste jaar intens bloeien maar de volgende jaren niet terugkomen (eenjarige bloemen vereisen dat de grond elk jaar opnieuw wordt bewerkt).

Voor een optimaal resultaat kiest u best zaaigoed dat aangepast is aan uw terrein. Enkele voorbeelden: 

  • Voor droge zonnige zones: klaproos, rode klaver, wilde peen, margriet, … 
  • Voor droge schaduwrijke zones: wilde kervel, look-zonder-look, ruig klokje, … 
  • Voor vochtige zones (koninginnekruid, grote kattenstaart, muskuskaasjeskruid, …) 

Kalender voor zaaien en onderhoud

zaaien

Er zijn twee periodes die geschikt zijn om uw bloemenweide te zaaien: 

  • De herfst, van september tot half oktober: dit is de ideale periode. De zachte temperaturen zorgen voor een goede ontkieming en de zaadkiemen hebben de herfst en de winter om kracht op te doen en zich te wortelen voor de lente start. Sommige zaden hebben overigens vriestemperaturen nodig om in de volgende lente te ontkiemen. Gieten hoeft niet.
  • De lente, van april tot half mei: zaaien kan nog in deze periode, maar in geval van droogte kan gieten nodig zijn. Ook zullen de zaden meer moeten opboksen tegen de grassen. 
Foto van klaprozen in een bloemenweide
Klaprozen © jonboymitchell - CC-BY-2.0

zaaien : April - Juni
zaaien : September - November
Foto van tuinmannen die hooi verzamelen tijdens het maaien van een grasveld om een ​​traditionele stapel te maken
Het voorbereiden van een hooiberg © Leefmilieu Brussels

Maaien : Juni - Juli
Maaien : September - November

Maaien

Het onderhoud bestaat uit een of twee maaibeurten per jaar: 

  • Ofwel één “late” maaibeurt tussen september en half oktober, na de bloei en nadat de planten zijn doorgeschoten. In deze periode is de impact van het maaien op de fauna het kleinst. 
  • Ofwel twee maaibeurten: een eerste eind juni, een tweede eind oktober. Maai twee keer als u uw tuin liever niet ziet als een “verwaarloosde woestenij” (met droog op platliggend gras). Dergelijk uitzicht kan negatieve reacties uitlokken, maar de biologische waarde ervan staat buiten kijf. Maaien in juni is ook aanbevolen bij sterke concurrentie van grassen in de eerste jaren. 
Foto van een bloemenweide met gele bloemen en paarse bloemen
© Stanzebla - CC-BY-SA-2.0

Zaai uw bloemenweide

bxlenv_fa23_prairie-fleurie_515x290_1.jpg
© Bruxelles Environnement

1.

Haal de bestaande vegetatie weg

  • Om kleine oppervlakten zo weinig mogelijk te moeten wieden, kan u de grond vooraf bedekken met een zeil of met karton, gedurende een langere periode, om de aanwezige vegetatie te vernietigen. Dit doet u best enkele maanden vooraf voor een gegarandeerd resultaat.
  • Een andere methode waarmee u onmiddellijk resultaat behaalt (maar waarvoor u de handen net iets meer uit de mouwen moet steken) bestaat uit het omwoelen en bewerken van de bovenste grondlaag met een spade, een schoffel of ander handgereedschap. Diep omspitten hoeft niet: het wordt zelfs afgeraden.
  • Ook een grondfrees kan doeltreffend zijn, maar ga niet te diep want dan verstoort u het bodemleven.
  • Hark de grond tot slot los.

Tip


  • Gebruik in geen geval herbiciden voor deze fase, om uw omgeving en uw naasten niet te vervuilen. 
  • Tot slot is ook schijnzaaien aanbevolen. Met andere woorden: laat de grond een tweetal weken rusten zonder iets te doen, zodat de zaden in de grond kunnen ontkiemen en fragmenten van wortel(stokken) eventueel weer kunnen uitgroeien. Op het einde van deze periode bewerkt u de grond opnieuw oppervlakkig (tot enkele centimeters diep) om de vegetatie weg te halen (door te schoffelen bijvoorbeeld).
bxlenv_fa23_prairie-fleurie_515x290_2.jpg
Zaaien © Leefmilieu Brussel

2.

Zaai de zaadjes

  • Zaai uit de hand of met een zaaimachine. Als u uit de hand zaait, kan het nuttig zijn de zaden eerst te vermengen met wit zand (een deel zaden voor vijf delen zand), om beter te zien waar u al gezaaid hebt en te vermijden dat u te dicht of ongelijkmatig zaait.
  • Hark de uitstrooide zaden eventueel uiteen maar let op dat u ze niet “begraaft”: ze moeten aan de oppervlakte blijven om goed te ontkiemen.
  • De aanbevolen zaaidichtheid varieert naargelang van het mengsel; gewoonlijk is dit tussen 2,5 g en 15 g/m². Volg de richtlijnen op het etiket op het zakje.
bxlenv_fa23_prairie-fleurie_515x290_3.jpg
© Bruxelles Environnement

3.

Druk de zaden aan tegen de grond

  • Om de grond “plat te walsen”, gaat u met een pletrol over de hele oppervlakte om de zaden tegen de grond aan te drukken zodat ze goed vastzitten. Dit is belangrijk voor een geslaagde ontkieming.
  • In de handel vindt u pletrollen die u kan vullen met water of zand, of pletrollen met een vast gewicht. U kan er ook een huren.
  • Krijgt u geen pletrol te pakken? Wees dan inventief: maak bijvoorbeeld planken vast onder uw schoenen en stap ermee rond: succes gegarandeerd! Op kleine oppervlakten kan u de klus klaren met de achterkant van een spade of de platte kant van een hark.
bxlenv_fa23_prairie-fleurie_515x290_4.jpg
© Bruxelles Environnement

4.

Giet (indien nodig)

  • Als u zaait in de lente bij droog weer, moet u gieten in de weken na het zaaien. Giet voorzichtig met een sproeikop, zodat de zaadjes niet wegspoelen. Als de grond heel droog is, gaat u best geleidelijk te werk, om erosie en sleuven te vermijden.
  • Wanneer u bent beginnen gieten, houdt u best het weerbericht in de gaten. Ga zo nodig door met gieten tot de plantjes voldoende ontwikkeld zijn.
  • Indien de droge periode begint vóór de ontkieming, kan u er ook voor kiezen niet te gieten. De ontwikkeling van de bloemenweide wordt dan uitgesteld tot er regen valt. Zo bespaart u tijd en water!
bxlenv_fa23_prairie-fleurie_515x290_5.jpg
© Bruxelles Environnement

5.

Vergeet niet te genieten!

Uw bloemenweide is klaar, u hoeft alleen nog maar te genieten van uw bloemen!

Bloemenweide met rode klaprozen en blauwe korenbloemen
Bloemenweide met klaprozen en korenbloemen © Jürgen Hamann - CC-BY-SA-4.0

Onderhoud uw bloemenweide …

Bloemenweiden vereisen meer onderhoud dan klassieke grasperken. In het algemeen geldt dat een keer per jaar maaien (van september tot eind oktober) perfect volstaat om een bloemenweide te onderhouden.

Voor een verzorgd uitzicht (omdat liggende planten op een rijke grond en een “hooiweide”-uitzicht soms niet in de smaak vallen), moet u de hele bloemenweide of een deel ervan twee keer maaien (de eerste keer eind juni, de tweede keer eind oktober). Dit stimuleert de bloei en beperkt het “verwaarloosde” uitzicht van droge of liggende planten.


Laat het maaisel (groenafval) eerst een tijdje liggen zodat de zaadjes kunnen vallen en insecten een schuilplaats vinden, maar haal het daarna weg. Als het hooi langer blijft liggen, verrijkt het de bodem met voedingsstoffen (vooral stikstof), wat grassen, brandnetels (die belangrijk zijn voor de biodiversiteit) en andere concurrerende planten een zetje geeft.

Als u uw bloemenweide goed aanpakt, kan u een weelderige bloemenpracht verwachten gedurende meerdere jaren. Eenjarige bloemen zullen natuurlijkerwijs geleidelijk verdwijnen en plaatsmaken voor meer vaste planten en grassen.

Wist u dat?

Hoe armer een bodem aan voedingsstoffen, hoe groter de diversiteit van wilde bloemen.

Maai uw bloemenweide stap voor stap 

  • Zorg voor het nodige gereedschap : afhankelijk van de situatie kan u maaien met een bosmaaier, een grasmachine (een stevig exemplaar op de hoogste stand), een zeis of de maaibalk van een tractor. Gebruik geen roterende mulcher omdat die een te grote impact heeft voor de fauna, en omdat het risico bestaat dat de grond wordt verrijkt waardoor de plantendiversiteit afneemt.
  • Voor grote oppervlakten geniet centrifugaal maaien de voorkeur : werk van het midden van het grasveld naar de randen toe. Zo kan de aanwezige fauna tijdig veiligere oorden opzoeken. Als u van buiten naar binnen toe werkt, laat dan het deel in het midden ongemaaid. Zo behoudt u een schuilplaats voor de fauna. Maai liefst niet naar straten en wegen toe, om te vermijden dat diertjes die op de vlucht slaan worden platgereden.
  • Beperk schade aan de fauna : de ideale maaihoogte is een tiental centimeters
  • Behoud een ongemaaide “schuilzone" (minimum 25% van het perceel) zodat late plantensoorten hun cyclus kunnen voltooien. De biologische waarde van het perceel in zijn geheel blijft behouden als elk jaar een ander stukje bloemenweide als schuilzone wordt behouden.
  • Laat het maaisel enkele dagen liggen (zodat de zaden kunnen vallen) en voer het dan af naar de composthoop, of gebruik het als veevoer of als strooisel.

Lees meer