Over Renature Brussel Contact
nl
Een initiatief vanLeefmilieu Brussel

Maak zelf een takkenwal

Een takkenwal (ook wel takkenril, houtril of houtwal), is een soort van heg of omheining gemaakt van verstrengelde dode takken. Takkenwallen zijn eenvoudig en mooi. Ze bakenen wegen of percelen af, onttrekken composthopen aan het oog en bieden beschutting en voeding aan kleine dieren: ze hebben dus heel wat in hun mars !

Foto van een takkenwal langs een steile helling

Richt een takkenwal in die aan uw behoeften voldoet


Een takkenwal kan voor verschillende toepassingen dienen, zoals het afbakenen van een weg of pad, het afbakenen van terreinen op de perceelsgrens, het blokkeren van olifantenpaadjes, het verbergen van infrastructuur, of composthopen enzovoort.

    Technische info

    Doelgroep Bedrijven - Particulieren - Overheidinstanties - Professionals
    Seizoen Herfst - Winter
    Type actie Inrichten - Onderhouden - Een BAF+ verbeteren - Plannen
    Betrokken ruimte Tuin   - Groene ruimte - Natura 2000
    Niveau Beginnend

    Plan de bouw van je stuw

    Foto van een takkenwal gemaakt met takken van verschillende afmetingen
    Takkenwal met takken van verschillende afmetingen © Leefmilieu Brussel

    Wat hebt u nodig ?

    • Houten palen van 8-15 cm diameter en 1,5 m hoog. 
    • Bundels van ongeveer 30 cm dik met wilgen-, beuken of hazelaartakken van 3 cm diameter en 2 meter lang OF takken van verschillende grootte.

    Gebruik alleen gezonde takken en gezond hout : geïnfecteerd hout moet worden vernietigd.

    Een ontwerp op maat van het gebruik

    • Dikke takkenwallen, met dikke takken of takkenbundels, hebben weinig technische beperkingen en kunnen worden gebruikt om een weg of pad af te bakenen. Takkenwallen die langs wegen lopen, zijn vaak laag (minder dan een meter hoog), zodat je er nog overheen kan kijken. 
    • Takkenwallen die structuren moeten verbergen of toegangen moeten versperren, zijn vaak meer dan een meter hoog. 
    • De kleinere omheiningen van gevlochten takken (of “vlechtwerk”) die in de winkel te koop zijn, zijn dunner en worden rond moestuinbedden, plantenperken... gezet.

    Afhankelijk van het gewenste gebruik zal de takkenwal langer, hoger, breder en steviger zijn.

    Wist u dat ?

    Hoe hoger de takkenwal, hoe steviger en dieper verankerd de structuurpalen moeten zijn. De breedte beïnvloedt ook de stabiliteit en het nut van de wal. De takkenwal kan in één stuk zijn of onderbroken door doorgangen. In dat geval moet elk deel van de takkenwal worden ontworpen als een volledige wal.

    Foto van een in aanbouw zijnde takkenwal. De ruimte tussen de rijen palen wordt opgevuld
    © Leefmilieu Brussel

    Uw eigen takkenwal maken

    Om een takkenwal te maken, hebt u dood hout nodig. Dit hout kan u meteen terugwinnen bij kap- of snoeiwerken (die u steeds uitvoert buiten de broedperiode en mét stedenbouwkundige vergunning indien dit vereist is).

    Wilgentenen zijn interessant materiaal voor takkenbundels. Door deze takken te hergebruiken, draagt u bij aan het circulaire beheer van hulpbronnen !

    FA14_Qualité_sol_Nathalie_Blanc-Bruxelles_Environnnement.jpg
    © N.Blanc, Leefmilieu Brussel

    1.

    Graaf een geul

    • Graaf een 15 tot 30 cm diepe geul over de hele gewenste lengte en breedte van de takkenwal.
    • De takkenwal moet iets dieper in de grond zitten, vooral indien hij ook modderstromen moet tegenhouden. Hou de grond bij voor later, ofwel aan weerszijden op vlak terrein ofwel in een grotere hoop op de hoogste kant van het hellende terrein.

    2.

    Steek de verticale palen in de grond

    De structuur bestaat uit verticale palen met een horizontale “vulling”. De palen vormen de structuur die de horizontale takken gaat vasthouden.

    fa24_amenager-une-fascine_1crop.jpg
    © Leefmilieu Brussel

    Voor takkenwallen met dikkere takken of takkenbundels

    • Vorm een dubbele rij, aan weerszijden van het tracé van de takkenwal. Zet stevige palen, van 8 tot 15 cm diameter.
    • Kies bij voorkeur niet-rottend hout, zoals wilg of kastanje, dat niet is behandeld met biociden. Opgelet met ziek hout!
    • Schuin één uiteinde van de palen af om ze makkelijker in de grond te kunnen steken.
    • Voor een stevige structuur moeten de palen 50 cm diep zitten.
    • Op hellende terreinen en oevers kiest u best lage takkenwallen, en steekt u de palen tot 1,50 cm diep in de grond. De palen moeten de gewenste hoogte van de takkenwal hebben + de hoogte van ondergrondse gedeelte !
    fa24_amenager-une-fascine_2crop.jpg
    © Leefmilieu Brussel

    Voor omvangrijke takkenwallen

    Zet een dubbele rij palen aan weerzijden van de geul, op één tot anderhalve meter uit elkaar als ze verspringen (1 meter tussen twee palen in dezelfde rij, waarbij beide rijen verspringen) of om de 80 cm indien ze tegenover elkaar staan (tussen elk paar palen).

    cloture-herisson-be.png
    Egeloversteekplaats in de vorm van een metalen egel. © Leefmilieu Brussel

    3.

    Laat doorgangen voor de fauna

    Sluit de ruimte niet volledig af, want diertjes zoals egels moeten nog doorkunnen. Laat in lange takkenwallen doorgangen vrij op grondniveau om de 15 meter, door sleuven te graven onder de structuur of door er houtblokken of dikke takken doorheen te steken om een tunnel te bouwen.

    Behoud een opening van ongeveer 15 tot 20 cm2 zoals gebruikelijk is in faunavriendelijke omheiningen.

    fa24_fascine_115_jruelle.jpeg
    Takkenwal gekoloniseerd door vegetatie © Leefmilieu Brussel

    4.

    Vul de takkenwal

    De binnenkant van de takkenwallen met dikke takken en takkenbundels wordt opgevuld met gekapte takken, die in het ideale geval langer zijn dan de afstand tussen de palen, zodat ze blijven vastzitten. Hoe dikker de takken, hoe minder belangrijk de lengte, want zware takken zwiepen minder snel weg dan lichtere takjes.

    Het vullen van de takkenwal kan geleidelijk gebeuren, of zelfs op een participatieve manier met de buurtbewoners, in de loop van het jaar, naarmate er hout wordt teruggewonnen tijdens onderhoudswerkzaamheden.

    Tip

    Een structuur die wat langer moet meegaan in een groene ruimte kan u verstevigen met metalen omheiningspalen. Gebruik bij voorkeur onopvallende palen, en zet ze tussen de houten palen die de takkenwal zijn natuurlijke uitzicht geven.

    Wist u dat ?

    Gewoonlijk worden vooral wilgentakken gebruikt in de takkenbundels, en voor dikkere bundels kunnen alle soorten hout worden gebruikt.

    Volg deze stappen om uw takkenbundel te vullen

    fa24_fascine_111_jruelle.jpeg
    © Leefmilieu Brussel

    1.

    Vul de ruimte tussen de palen die in twee rijen staan opgesteld

    • Takkenwallen met dikke takken vult u met takken met een diameter van max. 15 cm.
    • Takkenwallen met takkenbossen vult u met horizontale bundels met een diameter van 2 tot 3 cm, die u grotendeels van hun gebladerte ontdoet. Gebruik bij voorkeur wilg of hazelaar en bind de taken met biologisch afbreekbaar touw (bv. hennep) samen tot bundels van maximum 40 cm diameter.

    Laat de takken en bundels iets uitsteken (ongeveer 20-30 cm) voorbij de uiterste palen, zodat ze goed blijven zitten.

    fa24_amenager-une-fascine_3crop.jpg
    Zijaanzicht van de takkenwal: 1) aarde "verbinding" om goed contact te garanderen / 2) Eerste bundel © Leefmilieu Brussel

    2.

    Maak een “voeg”-verbinding

    Vul de geul tot grondniveau en duw de afgegraven grond aan tegen de voet van de wal om een “voeg” te vormen (1) tussen het hout (2.eerste bundel) en de grond. Deze stap is vooral belangrijk voor takkenrillen met bundels die grond moeten tegenhouden.

    fa24_amenager-une-fascine_4crop.jpg
    Opvullen en stabiliseren van de takkenwal: 1) Tweede takkenbos / 2) Klamp © Leefmilieu Brussel

    3.

    Vullen en stabiliseren

    Vul de structuur en stamp telkens goed aan (1.bundels), of zorg dat de takken (dik hout) stabiel liggen om te vermijden dat de stapels omvervallen.

    Duw sterker of minder sterk aan, naargelang van de dichtheid en doorzichtigheid die u wenst. Een afwisseling in dichtheid en textuur heeft een optimaal natuurlijk effect.

    Stabiliseer de structuur indien nodig met wiggen die u met biologisch afbreekbare touwen of ijzerdraad loodrecht (2) op de palen bevestigt. 

    Aandachtspunten 
    • Zaag de verticale palen die boven de takkenbossen uitsteken niet af! Het hout gaat mettertijd inzakken en de palen zorgen dat een structuur behouden blijft die regelmatig kan worden aangevuld. Een takkenwal kan 2 tot 7 jaar meegaan, afhankelijk van de samenstelling en de omgeving.
    • Bedek niet de hele takkenwal met een maasdraad; netten, rasters of kippengaas om de structuur te verstevigen of om diefstal tegen te gaan: het belemmert de fauna in haar bewegingen en bemoeilijkt het onderhoud en de aanvulling van de takkenwal.

    Zet planten aan de voet van de takkenwal

    Takkenwallen met dood hout moeten niet systematisch worden beplant. Ze bieden een interessant microklimaat en een interessante bodem, en worden vaak spontaan gekoloniseerd door klimop, bramen, bosrank, oeverplanten (in vochtige zones), onderhoutplanten (in bosgebied), enz.

    U kan ze echter wel versieren door bosranken, egelantier, frambozenstruiken, braamstruiken enz. aan te planten.

    Zet deze planten op minstens 20 cm van de voet van de takkenwal, tussen de palen om te vermijden dat ze de stabiliteit van de constructie verstoren.

    U kan eventueel ook zadenmengels uitzaaien langs de takkenwal, volgens het principe van de bloemenweide, die u niet zo vaak moet maaien of kortwieken.

    Foto van een takkenwal
    © Leefmilieu Brussel

    Onderhoud uw takkenwal 

    • Van september tot februari gooit u af en toe hout bovenop de takkenwal, om de hoop geleidelijk aan te vullen naarmate het hout ontbindt en/of u “bruin afval” produceert.
    • Controleer één keer per jaar, in de lente, de algemene stabiliteit van de structuur. Palen die hard beschadigd zijn, kan u geleidelijk vervangen door er nieuwe exemplaren naast te zetten. Haal de beschadigde palen niet meteen weg, of zaag ze niet af: er zitten vaak insectenlarven in (bijvoorbeeld van het vliegend hert). Laat ze gewoon verder afbreken.
    • Kijk ook na of de doorgangen nog vrij zijn voor de kleine fauna.
    Foto van een stuw waarvan de stabiliteit is aangetast
    Takkenwal waarvan de stabiliteit is aangetast © Leefmilieu Brussel
    Foto van een oude takkenwal bedekt met braamstruiken en kreupelhout.
    Takkenwal snel gekoloniseerd door vegetatie © Leefmilieu Brussel
    • Vermijd groen afval (“vers” plantaardig afval) zoals gemaaid gras of groene bladeren en gekapte takken, die sneller rotten en geurhinder kunnen veroorzaken als ze in grote hoeveelheden worden gebruikt. Hiervoor legt u beter een goede composthoop aan.
    • Plaatselijk kan een hoop (bruine en droge) dode bladeren tegen de takkenwal worden gelegd. Zo creëert u plekjes waar kleine dieren hun winterslaap kunnen houden.
    • Controleer of de wal niet overwoekerd geraakt en snoei bij indien nodig, volgens de goede snoeipraktijken en rekening houdend met de broedperiodes in dicht struikgewas.

    Kies een beheer met oog voor de fauna 

    Langs de takkenwal kiest u best voor een “mild” beheer, om te vermijden dat u insecten, kikkers, reptielen of kleine zoogdieren die zich hierin verschuilen, doodt. Behoud een maaibreedte als “schuilplaats” over de hele lengte van de takkenwal. Controleer altijd de directe omgeving voordat u gaat maaien of snoeien, om onnodige slachtoffers te vermijden.

    Afhankelijk van de omgeving kunnen verschillende dieren profiteren van deze voorziening die dood hout, schuilplaatsen, beschutting en voedsel biedt.

    Afhankelijk van de grootte en de omvang van de takkenwal vindt u hier dus insecten die dood hout afbreken, amfibieën en reptielen die zich verschuilen en voeden, vogels die op de grond broeden (winterkoning, ...), egels in winterslaap…

    Foto van een takkenwal
    © Leefmilieu Brussel

    Partners

    Met de financiële steun van het 'Clearing House'-project

    Gerelateerde soortenfiches