Over Renature Brussel Contact
nl
Een initiatief vanLeefmilieu Brussel

Steenhommel Bombus lapidarius

Ontdek deze sociale bij die veel voorkomt in het Brussels Gewest!

Belangrijkste kenmerken

Latijnse naam Bombus lapidarius
Familie Apideae
Subgroep Bijen
Landschap Plattelandsstad
Beschermingsstatus Onbeschermd • Bestuiver
Conserveringsstatus BHG: Niet bedreigd.
Oorsprong Inheems
Grootte 1,4 (M) - 2 (F) tot 1,6 (M) - 2,2 (F) cm
Zeldzaamheid, overvloed Gewoon
Levensduur 1 jaar

Observeer, identificeer en ontdek

Deze algemene soort wordt bijna overal waargenomen en geniet van mooie, warme dagen: het is een van de soorten die het best tegen hitte kan. Ze foerageert meestal binnen een straal van 500 meter rond haar nest, maar kan afstanden tot 1500 meter afleggen. Door haar intensieve foerageergedrag is ze een belangrijke bestuiver in onze ecosystemen.

De koninginnen en werksters zijn gemakkelijk te herkennen aan de volledig zwarte beharing, met uitzondering van de rode tot lichtoranje achterlijfspunt. Het mannetje is ook zwart behaard met rode haren aan de achterlijfspunt, maar heeft gele haren op het gezicht op een smalle gele haarband op de voorzijde van het borststuk. 

Het mannetje van Weidehommel lijkt erop, maar heeft een veel bredere gele band aan de voorkant van de borststuk. Een andere hommelsoort met vergelijkbare kleuren, de Grashommel (Bombus ruderarius), herkenbaar aan de oranje borstelharen rond de stuifmeelkorfjes, kwam hier ooit voor, maar wordt nu in de Brusselse regio als uitgestorven beschouwd.


Levenscyclus

Een van de meest algemene hommels, waarneembaar in heel Brussel van maart tot oktober. 

Kolonies zijn eenjarig - de jonge koninginnen overwinteren alleen op een vorstvrije plek. In het vroege voorjaar vestigt elke koningin haar eigen kolonie in een holte, meestal een oud hol van een knaagdier, maar soms ook een gat, een stronk, een technische leegte, enz.

De koningin bouwt en voorziet een eerste larvale cel van stuifmeel en nectar, waar ze tot twintig eitjes legt. Na ongeveer twintig dagen komen kleine werksters tevoorschijn die de koningin vervangen bij het foerageren. Ze wijdt zich dan aan het leggen van eitjes. Het nest blijft klein, met slechts ongeveer 100 tot 300 individuen op het hoogtepunt van de kolonie.

De eerste werksters in de lente zijn klein aan het begin van het seizoen, waarbij de grootte van de individuen in de loop van het jaar toeneemt naarmate de voedselbronnen toenemen.

Na een pauze in het leggen van eieren in het midden van de zomer, begint de koningin met het leggen van eieren voor toekomstige generaties. Vruchtbare vrouwtjes en mannetjes worden geboren aan het einde van de zomer, voor de voortplanting in de herfst. De mannetjes sterven kort na de voortplanting. De koningin van het jaar en de kolonie sterven bij de eerste vorst, waarna de cyclus opnieuw begint met de pas bevruchte jonge koninginnen.

De koekoeksbij van de steenhommel is de rode koekoekshommel (Psithyrus rupestris). De koekoekskoningin neemt nesten over: ze doodt en vervangt de hommelkoningin om de kolonie in haar voordeel te laten werken. Waargenomen in het oosten van België, is deze soort echter nog nooit waargenomen in het Brussels Gewest.

  • Zichtbaarheid: maart tot oktober
  • Overwintering: november tot februari
  • Voortplanting: september tot oktober (nazomer)
Zichtbaarheid : Half Maart - November
Voortplanting : September - November
Overwintering : Januari - Maart
Overwintering : November -

Rol in het ecosysteem

Voeding Nectarivoor
Voedingsspecialisatie Algemeen
Deze generalistische soort is waargenomen op planten uit vele families in de Brusselse regio, in het bijzonder vlinderbloemigen (Fabaceae), composieten (Asteraceae), rozenfamilie (Rosaceae), ruwbladigen (Brassicaceae) en lipbloemigen (Lamiaceae).
Voortplantingsplaats Holen • In holen levend • In koloniën
Het nest van deze sociale hommel wordt meestal onder stenen of in oude knaagdierholen gemaakt.
Biotoop Alle types
De alomtegenwoordige steenhommel komt in alle soorten omgevingen voor, met een voorkeur voor halfnatuurlijke open ruimtes (landbouwgebieden, coulisselandschap). Door zijn goede vliegafstand kan hij slechtere landbouwomgevingen verdragen.
Verwarringsgevaar Andere hommels, waaronder de Waddenhommel (Bombus cullumanus), de grashommel (Bombus ruderarius) en de Late hommel (Bombus soroeensis), worden echter als uitgestorven beschouwd in het Brussels Gewest.

Beheer en verwelkom

Hommels zijn uitstekende bestuivers voor het vroege voorjaar. Met hun robuuste bouw en royale beharing komen ze al heel vroeg in het jaar tevoorschijn, wanneer met name de eerste fruitbomen (Prunus, Malus) bloeien.

Hommels trillen wanneer ze bloemen bezoeken. Deze vibrerende bestuiving, of zoemen, maakt het kleverige stuifmeel los van bepaalde families zoals solanaceae (tomaten, aubergines, enz.) of veen- en bosbessen.

    Om deze soort aan te moedigen

    • Plant nectar- en bestuivingsrijke bloemen van de families waarnaar wordt gefoerageerd (zie Voeding).
    • Zorg ervoor dat bloemen beschikbaar zijn gedurende de hele levenscyclus van het insect - voor hommels betekent dit bloei vanaf het einde van de winter tot het einde van de herfst.
    • Bied een verscheidenheid aan arrangementen: generalistische soorten profiteren van een diversiteit aan beplantingen, zoals bloemenweiden.
    • Gebruik een “mozaïek” of sinusoïdaal maaipatroon, met een deel laat gemaaid en minstens 20% vluchtzone.
    • Onderhoud of introduceer nestmateriaal (mossen, droge grassen, enz.).
    • Bouw stapels stenen of droge stenen muren.
    • Vermijd het vernietigen of opvullen van holen van kleine knaagdieren.
    • Vermijd het gebruik van pesticiden, vooral insecticiden en fungiciden, en herbiciden, die hun voedselbronnen verminderen.

    Inhoud gedeeltelijk geschreven door Wild BnB