Oeverzwaluw Riparia riparia
Kom meer te weten over deze soort, die sinds 1978 niet meer in ons gewest werd gezien tot hij in 2021 een comeback maakte. De populatie oeverzwaluwen die langs het kanaal nestelt, breidt zich nu gestaag uit.
Belangrijkste kenmerken
Strikte bescherming op het hele gewestelijke grondgebied (Bijlage II.2.1, Natuurordonnantie) ; Soort van gewestelijk belang (Bijlage II.4.A, Natuurordonnantie)
Observeren, determineren, ontdekken
Oeverzwaluwen hebben bovenaan een matte bruingrijze kleur en zijn aan de onderkant wit met een bruingrijze borststreep (onder de keel). De onderkant van de vleugels – zichtbaar wanneer ze vliegen – is donkerder dan de buik. De staart is kort, ondiep gevorkt en iets dikker dan die van andere zwaluwen in onze contreien. Oeverzwaluwen hebben erg korte poten. Ze vliegen snel, met hun vleugels vaak gevouwen langs hun lichaam. Ze zweven niet veel. Dit is de kleinste van onze zwaluwen. Er is geen seksueel dimorfisme.
Biologische cyclus
Bij de terugkeer van de trek, bouwt de oeverzwaluw zijn ‘hol’ in de zachte oevers van waterlopen. De vogel is erg trouw aan zijn nestplaats en keert elk jaar terug naar zijn zelfde plaats, op voorwaarde dat de omstandigheden gunstig blijven voor het nestelen. De oeverzwaluw is een groepsdier en nestelt in kolonies van een paar paren tot zelfs honderden paren. De paren uit een kolonie graven hun nesten bovendien tegelijkertijd. Het vrouwtje legt gemiddeld vier tot vijf eieren die ze veertien tot zestien dagen uitbroedt. De jonge zwaluwen vliegen na negentien of twintig dagen uit, maar blijven nog een paar dagen in de buurt van het nest voor ze het verlaten. Na een jaar zijn ze geslachtsrijp.
De oeverzwaluw is van maart tot oktober in onze streken aanwezig en overwintert in het tropische klimaat van West-Afrika ten zuiden van de Sahara (er zijn ook zwaluwen die in Frankrijk overwinteren). Voor ze aan hun trek beginnen, kunnen we grote zwaluwbijeenkomsten zien in de rietvelden.
- Zichtbaarheid: van maart tot october
- Trek: van october tot maart
- Voortplanting: van juni tot augustus
Risico’s op verwarring
- Boerenzwaluw (Hirundo rustica): heeft een rode keel, blauwzwarte rug en meer gevorkte staart.
- Huiszwaluw (Delichon urbicum): heeft een langere en meer gevorkte staart en een donkerdere rug.
- Gierzwaluw (Apus apus): is groter, heeft een zwarte buik en nestelt in holtes in gevels (geen extern nest). Hij vliegt veel hoger in de lucht en zelfs tot in het midden van de stad.
Gierzwaluw
Huiszwaluw
Boerenzwaluw
Rol in het ecosysteem
De oeverzwaluw eet uitsluitend insecten en vangt zijn prooi (‘luchtplankton’) enkel al vliegend. Hij jaagt veel aan het wateroppervlak, zelden op grote hoogte.
De oeverzwaluw graaft zijn nest in de steile hellingen van zachte rivieroevers. Hij nestelt soms ook in zandgroeven of soortgelijke substraten. In het gewest nestelt hij in holtes aan de oevers van het kanaal. Hij kan ook nestelen in kunstmatige nestkastjes.
Deze zwaluw nestelt in de buurt van water, waar hij overheen vliegt om insecten te vangen. Hij is afhankelijk van open omgevingen en vermijdt gesloten omgevingen met te veel bomen (bossen, wouden).
Beheren en verwelkomen
Hoewel oeverzwaluwen kunstmatige muren of vakken kunnen gebruiken om te nestelen, blijkt uit ervaring dat ze in de eerste plaats de voorkeur geven aan natuurlijke holtes, of dat nu zanderige oevers zijn of holtes in kunstmatige oevers zoals die langs het kanaal van Brussel. Beschermingsmaatregelen moeten daarom in de eerste plaats gericht zijn op het behoud van bestaande holtes en vervolgens op het vergroten van het aantal nestplaatsen, met een voorkeur voor natuurlijke oevers.
Om deze soort te bevorderen
- Behoud bestaande of potentiële nestplaatsen (met name natuurlijke oevers).
- Plaats kunstmatige vakken in gunstige gebieden. Een systeem met luidsprekers die continu opgenomen vogelgeluiden uitzenden, vergroot de kans op succes.
- Een zwaluwwand installeren (pdf-bestand in het Engels)
- Vrijwaar of verbeter de kwaliteit van het oppervlaktewater.
- Vergroen de zones rond de nestplaatsen om insectenpopulaties te vergroten, de exclusieve voedselbron van zwaluwen.
- Bescherm vochtige zones, met name rietvelden en voedselrijke zoomvormende ruigten.
- Gebruik geen pesticiden, en vooral geen insecticiden, die de voedselbronnen van insectenetende vogels zoals oeverzwaluwen drastisch verminderen.
- Vermijd de mineralisatie van oevers; dit houdt ook in dat er geen gebruik wordt gemaakt van steenkorven.
Verplichtingen, verbodsregels... Wat zegt de wet ?
Het is verboden om :
- Bomen te snoeien (met gemotoriseerd gereedschap) of te kappen tussen 1 april en 15 augustus (vanaf 1 maart in natuurreservaten)..
- Wilde dieren te vangen, houden of vervoeren.
- Wilde vogels te storen tijdens de nestperiode.
- Hun nesten en eieren te vernietigen, te beschadigen of te verwijderen.
Het is verplicht om :
- Verkrijg een natuurafwijking om een gierzwaluw- of zwaluwnest toe te maken, te vernietigen of te vervangen, zelfs wanneer ze afwezig zijn tijdens de winter (de vogels keren altijd terug naar hetzelfde nest).
- Voor het uitvoeren van snoeiwerkzaamheden tussen 1 april en 15 augustus een gemotiveerde afwijking van de regio vereist te verkrijgen (met uitzondering van noodwerken op basis van een besluit van de burgemeester).
Natura 2000-doelsoort
Er worden kwantitatieve en kwalitatieve instandhoudingsdoelstellingen bepaald voor elke soort van gewestelijk of communautair belang die aanwezig is in Natura 2000-gebieden in het Brussels Gewest.
SBZ 1 Zoniënwoud en Woluwedal
Kwantitatieve doelstellingen
- Ontwikkelen van een voortplantingsgebied voor de soort..
Kwalitatieve doelstellingen
- Behoud of herstel van geschikte rust-, foerageer- en voortplantingsgebieden, rekening houdend met de ecologische vereisten van de soort;
- Zie instandhoudingsdoelstellingen voor de habitats 3150 en 6430.