Boerenzwaluw Hirundo rustica
Ontdek deze trekvogel, ondertussen een grote zeldzaamheid in het Brussels Gewest.
Belangrijkste kenmerken
Strikte bescherming op het hele gewestelijke grondgebied (Bijlage II.2.1, Natuurordonnantie) Soort van gewestelijk belang (Bijlage II.4.A, Natuurordonnantie)
Observeren, determineren, ontdekken
De boerenzwaluw heeft een witte tot crèmekleurige buik, een baksteenrode keel en een donkere borstgordel, die een soort ‘nekband’ vormt. Bovenaan is hij van kop tot staart zwart met blauwe glans. Zijn sterk gevorkte staart loopt zeer spits toe aan de uiteinden (punten), wat hem onderscheidt van de andere zwaluwen die hier voorkomen. Hij heeft erg korte poten. Zijn vlucht is snel, krachtig en onregelmatig. De boerenzwaluw heeft minder glijfasen dan de huiszwaluw.
Er is weinig geslachtsdimorfisme: het vrouwtje kan van het mannetje worden onderscheiden door een iets minder glanzend verenkleed en een kortere staart.
Raadpleeg de kaart van vogels en vleermuizen die aanwezig zijn in gebouwen
Biologische cyclus
De boerenzwaluw nestelt van mei tot augustus in kleine kolonies. Afhankelijk van de omstandigheden kan er een tweede broedsel komen (in juni-juli) en zelfs een derde (in augustus). Er zijn 3 tot 6 eieren per legsel, die na 12 tot 16 dagen uitkomen. De jongen blijven ongeveer 20 tot 24 dagen in het nest. Na een jaar zijn ze geslachtsrijp.
Een mannetje dat zich met succes heeft voortgeplant, kan het volgende seizoen opnieuw paren met hetzelfde vrouwtje.
De eerste zwaluwen (volwassen mannetjes) keren eind maart terug naar onze regionen om een nestplaats te zoeken. De meerderheid volgt later, in april. Bijna alle oudere individuen keren terug naar hun nestplaats van het jaar ervoor. Van de jongere vogels vestigt 80% zich in een straal van 2,5 km rond de geboorteplaats.
Als ze zich voorbereiden op de trek, verzamelen boerenzwaluwen zich in groepen van soms wel duizenden om samen op insecten te jagen en zo hun vetreserves op te bouwen. Rietvelden vormen dan een favoriet jachtgebied, omdat daar veel grote insecten voorkomen. Die rietvelden vormen ook een goede schuilplaats tegen roofvogels. Boerenzwaluwen jagen ook tijdens hun trekvluchten, die ze overdag maken, continu op insecten.
- Zichtbaarheid: maart tot november
- Reproductie: april tot augustus
- Trek: augustus tot maart
Risico’s op verwarring
- Huiszwaluw (Delichon urbicum): heeft een witte keel en een minder gevorkte staart.
- Oeverzwaluw (Riparia riparia): grijze rug en vleugels, bruine borstkraag en kleiner van formaat.
- Gierzwaluw (Apus apus): groter, met een zwarte buik. De gierzwaluw nestelt in holtes in gevels (geen extern nest).
Huiszwaluw
Oeverzwaluw
Gierzwaluw
Rol in het ecosysteem
Het is een strikte insectivoor die zijn prooi (‘luchtplankton’) enkel al vliegend vangt. De oeverzwaluw is daarom te vinden in de buurt van watermassa's waar meer insecten voorkomen.
Bouwt zijn nest van modder, gras en veren, maar kan zich ook aanpassen aan kunstmatige nesten. De boerenzwaluw nestelt in een kolonie van afzonderlijke individuele nesten (4 tot 5 m tussen elk paar).
Beheren en verwelkomen
De boerenzwaluw heeft open ruimtes nodig om zich te voeden en is vooral dol op open gebieden zoals velden en weilanden, en vochtige gebieden zoals rietvelden waar hij slaapplaatsen inricht.
De boerenzwaluw jaagt op grote insecten niet te ver van het nest, meestal binnen een straal van 300 meter. Hij heeft weinig vetreserves en is dus niet goed bestand tegen langdurige periodes van slecht weer. Zijn habitat moet hem dus voldoende voedsel bieden, wat zijn voorkeur verklaart voor koeienstallen (en dus voor vliegen). Hij jaagt meestal op ongeveer tien meter van de grond.
Om een nest te bouwen heeft hij het liefst een paarden- of koeienstal, schuur, loods, garage, tuinhuis of een overhangend dak.
Om deze soort te bevorderen:
- De bestaande nestplaatsen in stand houden.
- Installeer kunstmatige nestkasten (open kelkvorm). Boerenzwaluwen nestelen het liefst in het donker.
- Plaats de nestkastjes minstens 4 m uit elkaar.
- Zorg ervoor dat er modder (klei/leem) beschikbaar is, bij voorkeur niet te ver van de nesten (< 200 m): als er geen vijver met modder rond of permanent vochtige grond is, kunt u een modderbak installeren.
- Om natuurlijke nesten te bevorderen, moet de muur voldoende ruw zijn en/of een steunpunt bieden (kabel, spijker, lat enz.) onder aan het nest (ongeveer 15 cm van het plafond).
- Leg een plank onder de nesten om de uitwerpselen op te vangen.
- Leg een natuurlijke vijver aan.
- Behoud open ruimtes en doe er aan ecobegrazing.
- Gebruik geen pesticiden bij het onderhoud van groene ruimten.
- Verbied het gebruik van biociden en chemische bestrijdingsmiddelen in stallen.
- Vermijd het gebruik van (giftige) verf in stallen.
- Voorkom dat katten toegang krijgen tot de sites.
Boerenzwaluwen brengen het grootste deel van hun leven door in groepen van soortgenoten. Ze vestigen zich graag in de buurt van mensen en bouwen hun nesten in stallen, schuren en stallen, of onder ver overhangende daken. Hun oorspronkelijke nestplaatsen zijn grotten.
Ze hebben een duidelijke voorkeur voor koeienstallen, maar er zijn ook mooie kolonies te vinden in paarden- en andere stallen. De aanwezigheid van vee trekt insecten aan, die de zwaluwen voorzien van het nodige voedsel.
Beschermende maatregelen bij werkzaamheden
Sloop-, renovatie-, uitbreidings-, verhogings- of isolatiewerken aan gebouwen kunnen kolonies zwaluwen onherroepelijk vernietigen. Aangezien de soort strikt beschermd is, is het noodzakelijk om vóór de bouwplaats georganiseerd wordt hun aanwezigheid te bepalen, om de gepaste maatregelen te kunnen nemen.
- Geen renovatiewerkzaamheden tijdens de broedperiode, van half april tot eind september.
- Behoud zoveel mogelijk de bestaande nesten. Herstel indien nodig het stuk muur waarin de nesten zich bevinden.
- Plaats na de werken kunstnesten, indien mogelijk op de plaats van de oude nesten, of in de onmiddellijke omgeving. Boerenzwaluwen zijn erg trouw aan hun nestplaats.
- Als u van plan bent om vervangende kunstnesten in de buurt te plaatsen, plaats ze dan bij voorkeur een broedseizoen eerder (het jaar vóór de werken), zodat de zwaluwen eraan kunnen wennen. Ze houden immers niet van nieuwigheden.
Zwaluwen maken soms hun nesten in vervallen of weinig gebruikte gebouwen. Een vraag over het samenwonen? Contacteer de Natuurfacilitator!
Verplichtingen, verboden ... wat zegt de wet?
Het is verboden om:
- Bomen te snoeien (met gemotoriseerd gereedschap) of te kappen tussen 1 april en 15 augustus (vanaf 1 maart in natuurreservaten).
- Wilde dieren te vangen, houden of vervoeren.
- Wilde vogels te storen tijdens de nestperiode.
- Hun nesten en eieren te vernietigen, te beschadigen of te verwijderen.
Het is verplicht om:
- Verkrijg een natuurafwijking om een gierzwaluw- of zwaluwnest toe te maken, te vernietigen of te vervangen, zelfs wanneer ze afwezig zijn tijdens de winter (de vogels keren altijd terug naar hetzelfde nest).
- Voor het uitvoeren van snoeiwerkzaamheden tussen 1 april en 15 augustus een gemotiveerde afwijking van de regio vereist te verkrijgen (met uitzondering van noodwerken op basis van een besluit van de burgemeester).
Natura 2000-doelsoort
Er worden kwantitatieve en kwalitatieve instandhoudingsdoelstellingen bepaald voor elke soort van gewestelijk of communautair belang die aanwezig is in Natura 2000-gebieden in het Brussels Gewest.
SBZ 1 Zoniënwoud en Woluwedal
Kwantitatieve doelstellingen
-
Ontwikkelen van een voortplantingsgebied voor de soort.
Kwalitatieve doelstellingen
- Behoud of herstel van een gevarieerd landschap bestaande uit bosgebieden en bosranden evenals uit stadsbiotopen en lineaire landschapselementen.
SBZ 2 Bosrijke en open gebieden van Ukkel
Kwantitatieve doelstellingen
- Ten minste het behoud van een voortplantingsgebied voor de soort.
Kwalitatieve doelstellingen
- Behoud of herstel van een gevarieerd landschap bestaande uit bosgebieden en bosranden evenals uit stadsbiotopen en lineaire landschapselementen, rekening houdend met de ecologische vereisten van de soort.
SBZ 3 Moeras van Jette en Ganshoren
Kwantitatieve doelstellingen
- Ontwikkelen van een voortplantingsgebied voor de soort.
Kwalitatieve doelstellingen
- Behoud of herstel van een gevarieerd landschap bestaande uit bosgebieden en bosranden evenals uit stadsbiotopen en lineaire landschapselementen.
Lees meer
Gerelateerde soortenfiches
‘Luchtplankton’ bestaat uit de vele kleine diertjes die in de lucht vliegen (of zweven).
Tijdens de vlucht kunnen zwaluwen ten prooi vallen aan roofvogels zoals valken en sperwers. Katten, steenmarters, eikelmuizen en zelfs mussen kunnen nesten plunderen.