Huiszwaluw Delichon urbica
Ontdek de huiszwaluw, een soort die begin jaren 2000 bijna volledig verdwenen was uit het Gewest en stilaan terugkomt.
Belangrijkste kenmerken
Strikte bescherming op het hele gewestelijke grondgebied (Bijlage II.2.1, Natuurordonnantie) ; Soort van gewestelijk belang (Bijlage II.4.A, Natuurordonnantie)
Observeren, identificeren, ontdekken
De huiszwaluw heeft een lichtkleurige buik van de bek tot aan de staart en een donkere (zwartblauwe) rug met een witte vlek aan het begin van de staart. Ook heeft deze vogel een korte gevorkte staart. Zijn erg korte pootjes zijn bedekt met kleine witte pluimpjes. Hij kan ook herkend worden aan zijn eerder fladderende vlucht die onderbroken wordt door zweeffasen. Zijn vleugels zijn breed aan de basis en puntig aan de uiteinden. Er is geen seksueel dimorfisme.
Biologische cyclus
- Zichtbaarheid: april tot september
- Reproductie: april tot september
- Trek: eind juli tot april
Wanneer de huiszwaluwen tussen april en mei terugkeren van de trek beginnen ze met het bouwen of repareren van hun nest. Het mannetje en vrouwtje werken samen om het nest te bouwen met modderkorrels die ze in hun snavels verzamelen. Het nest is bekleed met gras, zachte materialen en soms haar ... De constructie wordt versterkt met stro. Ze zijn erg trouw aan hun nest en keren meestal elk jaar terug naar dezelfde plek of zelfs naar hetzelfde nest om het opnieuw te gebruiken of te renoveren.
Het paren vindt plaats in het nest. Het vrouwtje legt 4 à 5 eieren die uitgebroed zullen worden op 14 à 16 dagen. De kuikens blijven tussen de 22 en 32 dagen in het nest. Ze worden in vlucht nog gedurende één week verder door de ouders gevoed. Deze vogel heeft over het algemeen twee à drie broedsels per jaar.
De huiszwaluw is een soort die migreert en overwintert in tropisch Afrika en het zuiden van Afrika. Tussen juli en oktober verlaat deze soort onze contreien en tussen midden april en juni, met een piek in mei, komt deze terug.
Risico’s op verwarring
- Boerenzwaluw (Hirundo rustica): deze heeft een rode keel en een sterker gevorkte staart.
- Oeverzwaluw (Riparia riparia): deze heeft een grijze rug en grijze vleugels, een bruine halsband en is kleiner.
- Gierzwaluw (Apus apus): deze is groter en heeft een zwarte buik en nestelt in holtes in gevels (geen extern nest)
Gierzwaluw
Oeverzwaluw
Boerenzwaluw
Rol in het ecosysteem
Het is een vogel die uitsluitend insecten eet en zijn prooi (‘plankton in de lucht’) enkel tijdens de vlucht vangt.
Soort die graag in stedelijke omgevingen nestelt. Hij bouwt een bolvormig nest met bolletjes modder, gras, plantenvezels ... gemengd met speeksel. Het nest wordt onder een oversteek gebouwd. De zeer kleine opening voorkomt dat de huismus het nest in beslag neemt. De soort kan zich tevreden stellen met kunstmatige nesten. Het is een kuddedier en kan kolonies vormen waar de nesten aan elkaar grenzen. De nesten worden jaar na jaar hergebruikt.
Deze soort geeft de voorkeur aan open habitats met lage vegetatie in de nabijheid van water. De zwaluwen eten de insecten die er zijn dankzij dat water en maken soms gebruik van de bomen als rustplek.
Beheren en verwelkomen
Huiszwaluwen helpen bij het bouwen van hun nest:
- Zorg ervoor dat er modder beschikbaar is (bv. via modderbakken) binnen een straal van maximaal 200 m (kale grond die vochtig gehouden wordt, poelen ...) zodat de zwaluwen zelf hun nest kunnen bouwen.
- Zorg ervoor dat er geen obstakels zijn op de vliegroute van en naar de nesten.
- Verf goten en oversteken in lichte kleuren (wit of crème/geel), maar vermijd lakken (giftig) en pvc-coatings (slechte hechting).
- Zorg ook voor een steunpunt voor de basis van de nesten (kabels, lichtjes uitstekende stenen, latjes ...), 12 cm onder het overhangende element. De steun (de muur) moet bij voorkeur licht ruw zijn.
- Verwijder nooit de gebruikte of oude nesten, ook niet in de winter.
- ermijd in elk geval het gebruik van pesticiden als u zwaluwen herbergt of wilt herbergen.
Voor de artificiële nesten:
- Plaats alleen nestkasten als er aanwijzingen zijn dat er huiszwaluwen in de buurt aanwezig zijn. Idealiter zijn er jachtgebieden binnen een straal van maximaal 500 m (waterpartijen, rietlanden, bloemenweiden ... alles wat voor insecten zorgt).
- Plaats verschillende artificiële nesten, want deze soort nestelt in kolonies.
- Plaats de nesten aan de oost- en noordoostkant van gebouwen op een hoogte van minstens 4 meter, beschut tegen weersinvloeden (bv. onder dakgoten, afdaken ...).
- Zorg ervoor dat er geen obstakels zijn op de vliegroute van en naar de nesten.
- Indien mogelijk moeten de nesten elk jaar worden schoongemaakt (met een borstel en heet water) om ze te ontdoen van parasieten. Artificiële nesten kunnen eventueel worden voorzien van een bovenstuk, zodat ze lager kunnen worden opgehangen dan onder de dakgoot en makkelijker bereikbaar zijn voor onderhoud.
- Als er geen andere optie is, installeer dan een huiszwaluwtoren (lage kans op succes, behalve in de rechtstreekse omgeving van verloren nestplaatsen).
- Zorg ervoor dat er modder beschikbaar is (bv. via modderbakken) binnen een straal van maximaal 200 m (kale grond die vochtig gehouden wordt, poelen ...) zodat de zwaluwen zelf hun nest kunnen afmaken of verstevigen.
Om eventuele vervuiling te vermijden:
- Plaats plankjes onder de nesten om feces op te vangen (de hoeveelheid uitwerpselen op de muur en grond verminderen). De plankjes (van 20 à 30 cm breed) mogen niet te groot zijn en moeten ongeveer 50 cm lager dan de nesten worden bevestigd (zodat het roven van de nesten niet wordt vergemakkelijkt).
- Laat een opening van 3 cm tussen de plank en de muur om te voorkomen dat een zwaluw onder de plank nestelt.
- Reinig de planken na elk broedseizoen.
Beschermingsmaatregelen bij werken:
- Als het nodig is om zwaluwnesten te verwijderen om een gebouw te renoveren, mag dit alleen buiten het broedseizoen gebeuren (d.w.z. tussen oktober en half april).
- Maak kunstnesten beschikbaar voor zwaluwen op gebouwen in de buurt (indien mogelijk al tijdens het vorige broedseizoen, om de angst voor nieuwe nesten te vermijden) of zorg ervoor dat er geschikte plekken zijn voor natuurlijke nesten in de buurt.
- Als de renovatiewerkzaamheden pas beginnen nadat de zwaluwen zijn teruggekeerd, maak de ondersteuning dan tijdelijk onbruikbaar, want nesten verwijderen is niet altijd voldoende (trouw aan locatie!). Zorg in dat geval wel altijd voor alternatieve nestgelegenheden!
Verplichtingen, verboden ... wat zegt de wet?
Het is verboden om:
- Bomen te snoeien (met gemotoriseerd gereedschap) of te kappen tussen 1 april en 15 augustus (vanaf 1 maart in natuurreservaten).
- Wilde dieren te vangen, houden of vervoeren.
- Wilde vogels te storen tijdens de nestperiode.
- Hun nesten en eieren te vernietigen, te beschadigen of te verwijderen.
Het is verplicht om:
- Verkrijg een natuurafwijking om een gierzwaluw- of zwaluwnest toe te maken, te vernietigen of te vervangen, zelfs wanneer ze afwezig zijn tijdens de winter (de vogels keren altijd terug naar hetzelfde nest).
- Voor het uitvoeren van snoeiwerkzaamheden tussen 1 april en 15 augustus een gemotiveerde afwijking van de regio vereist te verkrijgen (met uitzondering van noodwerken op basis van een besluit van de burgemeester).
Natura 2000-doelsoort
Er worden kwantitatieve en kwalitatieve instandhoudingsdoelstellingen bepaald voor elke soort van gewestelijk of communautair belang die aanwezig is in Natura 2000-gebieden in het Brussels Gewest.
SBZ 1 Zoniënwoud en Woluwedal
Kwantitatieve doelstellingen
- Ten minste het behoud van de bestaande populaties in de buurt van SBZ I.
Kwalitatieve doelstellingen
- Behoud of herstel van een gevarieerd landschap bestaande uit bosgebieden en bosranden evenals uit stadsbiotopen en lineaire landschapselementen;
- Zie instandhoudingsdoelstellingen voor de habitats 3150, 6430 en 6510.