Vos Vulpes vulpes
Maak kennis met de vos, een niet al te schuw dier dat we nu overal in het gewest kunnen aantreffen, zelfs in het centrum van de stad.
Belangrijkste kenmerken
Strikte bescherming op het hele gewestelijke grondgebied (Bijlage II.2.1, Natuurordonnantie)
Observeren, determineren, ontdekken
De vos is de meest behendige van alle hondachtigen. Met zijn uitstekende aanpassingsvermogen veroverde hij het Brussels Gewest in de jaren 1980. Hij vindt er genoeg eten en een zekere rust. Hij is niet erg schuw en kan vanaf valavond tot in het hart van de stad worden gezien, hoewel hij vaker voorkomt in de tweede kroon, vooral in het zuidoosten van het gewest.
De vos is ongeveer zo groot als een kleine hond of een grote kat en heeft een roodbruine vacht in redelijk uiteenlopende schakeringen. De borst, de buik en de binnenkant van de oren zijn wit. De achterkant van de oren, de uiteinden van de poten en soms de punt van de staart zijn zwart. De punt van de staartpluim kan ook wit zijn. Hij heeft zwarte vlekken aan elke kant van zijn snuit.
Biologische cyclus
- Zichtbaarheid: van januari tot december
- Voortplanting: van december tot half februari
- Juveniele fase: van maart tot augustus
De vos is het hele jaar door zichtbaar, maar is het meest actief aan het eind van de dag en bij valavond.
De voortplanting vindt voornamelijk plaats tussen december en half februari. Paartjes worden gevormd aan het begin van de winter, maar de paring vindt pas plaats in januari. Vrouwtjes zijn ongeveer 52 dagen drachtig en werpen 4 tot 6 vossenwelpen in het hol. De eerste weken na de geboorte blijft het vrouwtje met de jongen in het hol en brengt het mannetje voedsel voor het zogende vrouwtje. Vanaf april wagen de jonge gezinnetjes zich voor het eerst buiten. De jongen blijven aanvankelijk in de buurt van het hol. Pas in juni-juli gaan ze samen met hun ouders op zoek naar voedsel.
De vos is seksueel rijp rond de leeftijd van 10 maanden.
Vossen graven hun holen in beboste gebieden, maar ook in lege ruimtes onder terrassen, schuurtjes, gebouwen enz. Ze kunnen ook een leeg hol bezetten (ook van andere soorten zoals dassen) of een hol stelen van de huidige bewoners. Maar ze gebruiken hun hol alleen om hun jongen groot te brengen en voedsel op te slaan. Buiten het voortplantingsseizoen brengt de vos de nacht buiten door en keert hij slechts sporadisch bij erg koud weer terug naar zijn hol.
Rol in het ecosysteem
Vossen graven holen in de grond. Ze brengen er hun jongen groot en slaan er voedsel op.
Voorkeur voor open en halfopen gebieden (velden, gewassen, parken en tuinen enz.), maar ook in bossen en in het Zoniënwoud. Hoewel hij zeer aanwezig is in de groenere gemeenten van de tweede kroon van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is hij ook te zien in het hart van de stad, overal waar voedsel beschikbaar is. Hij heeft een plek nodig om een hol te maken en rustplaatsen voor overdag (meestal in de buurt van het hol).
Samenleven en overlast vermijden
Hoewel de vos volgens populaire verhalen een sluw dier is, is hij in feite gewoon een hondachtige met een groot aanpassingsvermogen.
Het is een klein, omnivoor, opportunistisch roofdier, een aaseter en een grote opruimer. Hij profiteert van onze steden, onze vuilnisbakken, de dieren die we doodrijden en soms van onze genegenheid om zich in grote getalen te vestigen.
De omzwervingen van de vos kunnen een aantal ongemakken veroorzaken. Hij weerstaat bijvoorbeeld maar met moeite aan de verleiding om kippenhokken binnen te dringen en vuilnisbakken te plunderen.
Aangezien Brusselse vossen over het algemeen gezond zijn en niet erg agressief tegenover mensen, zijn holen op lastige plaatsen (onder terrassen of tuinhuisjes) of hun uitwerpselen de belangrijkste oorzaken van overlast.
We hoeven ze niet te voeden
De vos vindt altijd wel iets te eten en weet veel beter wat hij nodig heeft dan wij. We hoeven hem dus geen vlees of brokjes te geven. Als we hem voeden kan hij ook minder schuw worden, wat kan leiden tot samenlevingsproblemen.
- Voer vossen niet! Als u een verzwakte vos aantreft, neem dan contact op met een opvangcentrum.
- Laat geen honden- of kattenvoer buiten staan als u weet dat er regelmatig vossen langskomen.
Kies de juiste vuilnisbakken
Als u in een gebied met veel vossen woont (vooral in het zuiden van Brussel), zijn hier een paar tips voor goed afvalbeheer.
- Recycleer voedselafval in een individuele of buurtcompost (behalve vlees- en visresten) of sorteer het in de oranje zak (inclusief vlees en vis).
- Gebruik stevige bakken met een deksel voor voedselafval, etensresten en voedselverpakkingen.
- Kies voor de gesloten containers die Net Brussel aanbiedt voor collectiviteiten en appartementsgebouwen.
- Laat de vuilnisbakken zo kort mogelijk op straat staan.
- Houd u aan de datums en tijden die Net Brussel heeft vastgesteld voor het buitenzetten van uw vuilnisbakken.
- Sinds 15 mei 2023 mag u bioafval (groenafval en voedselafval) niet langer in de witte zakken doen.
De vos, een wild dier
De stadsvos is niet schuw en wordt vaak gezien in de straten, parken en tuinen... vooral ‘s nachts, maar soms ook overdag. Hij gedraagt zich over het algemeen niet agressief tegenover mensen of huisdieren. Hij zoekt weinig conflicten op en vlucht liever dan het risico op verwondingen te lopen.
Toch zijn vossen nog steeds wilde dieren die zichzelf willen verdedigen als ze zich bedreigd voelen. Als een hond of kat te dicht bij hun jongen komt, willen vrouwtjes ze wellicht verdedigen. Katten en kleine honden zijn daarom kwetsbaar, dus vermijd dat ze in contact komen met vossen.
Moeten we bang zijn voor ziekten?
- Hondsdolheid, een ziekte waar vossen drager van kunnen zijn, is in België meer dan 20 jaar geleden uitgeroeid. Waakzaamheid blijft geboden, aangezien besmette dieren uit het buitenland de ziekte kunnen overdragen op Belgische individuen.
- Alveolaire echinokokkose: deze ziekte, veroorzaakt door een parasiet in de uitwerpselen van vossen, komt voor in het zuiden van België maar is niet vastgesteld in Brussel. Zelfs bij blootstelling ontwikkelt deze ziekte zich maar zelden bij mensen.
- Toxocariasis: wordt ook veroorzaakt door een parasiet en kan honden en katten besmetten.
- Bij een aantal dode vossen in België en Frankrijk is vogelgriep vastgesteld. De dieren waren waarschijnlijk besmet door het eten van de karkassen van zieke vogels. Er zijn geen gevallen bekend van overdracht op mensen.
- Net als alle zoogdieren kunnen vossen drager zijn van schurft.
Een positief aspect van de aanwezigheid van vossen is dat ze helpen bij het reguleren van de populaties kleine knaagdieren, met name ratten, en het aantal teken beperken, waardoor de verspreiding van de ziekte van Lyme (borreliose) wordt tegengegaan.
Dagelijkse samenleving
Om elk risico op overlast te voorkomen:
- Zorg voor vosbestendige hokken voor uw kippen, konijnen, cavia's en andere huisdieren.
- Beperk afval en andere potentiële voedselbronnen zoveel mogelijk (huisdiervoer, overrijp fruit, gescheurde of open vuilniszakken, slecht beheerde compost enz.).
- Neem contact op met een wildopvangcentrum als u een gewonde of zieke vos ziet en voer hem niet. Tijdens het voortplantingsseizoen kunnen vossen vermagerd zijn en een slechte vacht hebben, maar dat betekent niet dat ze ziek zijn.
- Vergeet niet om uw handen en het fruit en de groenten uit de tuin grondig te wassen. Dierlijke uitwerpselen kunnen pathogene organismen bevatten.
- Om vossen buiten te houden uit hokken die zich direct op de grond bevinden, kunt u deuropeningen, vensters en dakramen voorzien van draaikieppanelen en stevig hekwerk.
- Wees extra voorzichtig als u een kitten of een zieke of gewonde kat hebt. In zeldzame gevallen vallen vossen katten aan.
- Laat uw kat of hond ontwormen en uw hond of fret inenten tegen de hondenziekte. Raadpleeg uw dierenarts.
- Houd huisdieren 's nachts binnen en houd honden aangelijnd in parken en natuurgebieden.
- Voer vossen niet.
- Probeer een vos niet te aaien of te lokken en raak een dood dier niet aan.
- Verspreid geen stoffen van dierlijke oorsprong op uw gazon. Vossen kunnen worden aangetrokken door de geur en het gazon beschadigen door er gaten in te graven.
Beheer van vossen en hun holen
Voorkom dat vossen zich vestigen
Als er geen hol in uw tuin is en u niet wilt dat vossen er zich vestigen:
- Als u een compostvat hebt, zorg er dan voor dat het goed afsluit, voedt het met genoeg bruine materie om geuren te beperken en doe er geen vlees- of kaasresten in.
- Vermijd lege ruimtes onder terrassen, schuurtjes en gebouwen om te voorkomen dat ze daar holen maken. Een gat van 12 cm breed is al groot genoeg voor een volwassen vos!
- Laat niets rondslingeren dat vossen kan aantrekken, zoals voer voor huisdieren, speelgoed (ballen), schoenen of sokken... Vossen brengen dat alles graag naar hun hol om de jongen te vermaken.
- Vermijd chemische afweermiddelen: dit zijn biociden die onder de wetgeving vallen. In België is geen enkel vossenwerend product toegestaan. De meeste producten die verkocht worden tegen honden en katten zijn ook illegaal.
- Vermijd ultrasone middelen: afgezien van de soms hoge kosten, zijn er zeer weinig gegevens over hun werkelijke doeltreffendheid, die waarschijnlijk sterk varieert van het ene model tot het andere. Ze hebben waarschijnlijk ook een negatieve invloed op andere diersoorten.
Als het hol er al is
De aanwezigheid van vossen in een tuin kan gepaard gaan met bepaalde problemen: gaten en holen, resten van kadavers (veren, botten enz.), stinkende uitwerpselen, conflicten met huisdieren enz.
De vos is een beschermde soort. Als hij zich al bij u heeft gevestigd, zijn zijn habitat, voortplantingsplaats en leefomgeving ook beschermd. Vossen keren elk jaar terug naar dezelfde plek of erven de familieholen. De holen zijn dus altijd beschermd, ook als de dieren er niet zijn.
Om een hol te dichten is een vergunning nodig van Leefmilieu Brussel. Uw aanvraag wordt onderzocht en u kunt tips krijgen. Als het advies positief is, krijgt u een autorisatie die de interventiemethoden en -perioden voorschrijft.
- Dicht holen nooit zonder toestemming.
- Blokkeer de ingangen van bewoonde holen niet, want dan kunnen er dieren in opgesloten raken, vooral vossenjongen.
Verplichtingen, verboden ... wat zegt de wet?
Het is verboden om:
- Wilde dieren te vangen, gevangen te houden of te vervoeren.
- Wilde dieren opzettelijk te storen.
- Gewonde of zieke dieren te verkopen.
- Wilde dieren te voederen in natuur- en bosreservaten en in gewestelijke parken beheerd door Leefmilieu Brussel, maar ook in de gemeentelijke openbare ruimten.
Het is verplicht om:
- Een beschermde diersoort te vangen en te vervoeren indien deze in onmiddellijk levensgevaar verkeert en deze af te zetten in een soortgelijke omgeving in de buurt.
- Een gewonde of achtergelaten diersoort te vangen en te vervoeren naar een erkend revalidatiecentrum of een dierenarts.
- Een gemotiveerde afwijking te verkrijgen van Leefmilieu Brussel om een hol te dichten.