Over Renature Brussel Contact
nl
Een initiatief vanLeefmilieu Brussel

Huismus Passer domesticus

Ontdek deze vogel die vroeger erg veel voorkwam in Brussel, maar de aantallen zijn zowel in de ‘dense stad’ als in de ‘plattelandsstad’ sterk aan het dalen.

Belangrijkste kenmerken

Latijnse naam Passer domesticus
Familie Passeridae
Subgroep Zangvogels
Landschap Dense stad • Plattelandsstad
Beschermingsstatus Volledig beschermde soort
Strikte bescherming op het hele gewestelijke grondgebied (Bijlage II.2.1, Natuurordonnantie)
Conserveringsstatus UICN: niet bedreigd; Sterk aan het dalen in het BHG: -93,2% tussen 1992 en 2022
Oorsprong Inheems
Grootte 14 tot 18 cm
Zeldzaamheid, overvloed Gewoon
Gewicht 24 tot 39 g
Levensduur 1,5 à 2,5

Observeren, determineren, ontdekken

De huismus is een klein, redelijk robuust vogeltje met een grote kop en een grote bek (typisch voor carnivoren).

Het mannetje heeft een bruine rug met zwarte strepen. Het kopje is grijs en kastanjebruin, de buik is licht van kleur. Daarnaast heeft deze vogel een zwarte keel. Het vrouwtje is lichter bruin met zwarte strepen, de nek en de borstkas zijn lichtkleurig.

De huismus is een groepsdier en kiest qua groepsgrootte voor kolonies van 5 à 30 koppels.

Wist u dat?

De mus is voor ons heel erg herkenbaar. Toch ondergaan de huismussenpopulaties een catastrofale daling. In Brussel is 93,2% van de huismussen verdwenen sinds 1992.

De voornaamste oorzaken van deze daling zijn:

  • de verstedelijking 
  • de opwarming van de aarde 
  • de renovatie van gebouwen en het bouwen van nieuwe ‘ijzer-glas-beton’-gebouwen 
  • de daling van de hoeveelheid beschikbare zaden 
  • dichtbegroeide struiken die verwijderd werden 
  • de drastische daling van insecten.

    Raadpleeg de kaart van brusselse mussen


    Biologische cyclus

    • Zichtbaarheid : januari tot december
    • Voortplanting : april tot september
    Zichtbaarheid : Januari -
    Voortplanting : April - Oktober

    De mannetjes zingen vanaf januari en plaatsen zich daarbij duidelijk in het zicht van de gekozen nestlocatie om de vrouwtjes te lokken. Jaar na jaar kunnen er nieuwe combinaties ontstaan qua koppeltjes.

    Het is het mannetje dat het nest bouwt waar het vrouwtje tussen 2 en 5 eieren in legt. Deze worden uitgebroed gedurende 11 à 14 dagen. De legperiode begint tussen eind april en begin mei en kan voortduren tot juli en er kunnen meerdere nesten per seizoen zijn, tot het einde van de zomer als de weersomstandigheden er goed voor zijn. De jonge vogeltjes worden eerst vooral gevoed met allerlei insecten, regenwormen en spinnen en krijgen daarna steeds meer plantaardig materiaal (zaden). Ze verlaten het nest na twee weken, maar worden gedurende een tiental dagen nog verder door de ouders gevoed. De jongen kunnen zich voortplanten in de daaropvolgende lente.

    De huismus spendeert gewoonlijk zijn hele leven waar hij geboren is.


    Risico’s op verwarring

    Heggenmus

    Ringmus

    Rol in het ecosysteem

    Voeding Granivoor • Insectivoor • Fructivoor
    Voedingsspecialisatie Algemeen
    Voortplantingsplaats In holen levend • Gebouwen • In koloniën
    Biotoop Bosrand • Haag • Gebouw • Dak • Gevel • Kleine tuin • Park • Boomgaard
    Verwarringsgevaar Heggenmus (Prunella modularis), Ringmus (Passer montanus)

    Beheren en onthalen

    De huismus nestelt vaak in de buurt van mensen. Hij zoekt graag een plekje tussen dakpannen, in groeven of spleten in muren, vlak onder daken en in verlaten gebouwen, maar ook in open façades van een dikke erg beschermende klimop en kan ook gebruikmaken van kunstmatige nestkasten.

    De omgeving mag niet te bebost zijn (gesloten) of helemaal leeg, want de huismus heeft nood aan plantaardige oppervlakten om zijn voeding, al het nodige voor zijn nest, een schuilplek bij gevaar te vinden. Struikgewas in de onmiddellijke omgeving van de nesten is dus noodzakelijk.

    Om deze soort te bevorderen:

    • Behoud in gebruik genomen groeven of spleten in gebouwen.
    • Behoud of plant in de buurt van de nesten vegetatie die zaden produceert (bv.: ganzenvoet, vogelmuur, gewoon varkensgras, grassen, rus, herderstasje, paardenbloem, weegbree, wikken) en zorg ook voor struiken (vlier, kamperfoelie, hulst, rozen, bramen, juniperus, liguster, klimop of bessenstruiken).
    • Vergroen muren en façades met klimop.
    • Voorzie kunstnesten tegen of in de muren.
    • Behoud open en zonnige plekken.
    • Bouw een ecologisch kippenhok.
    • Kies vooral voor ecobegrazing voor open ruimten: mussen houden vooral van paardenmest!
    • Zorg ervoor dat er op de plekken waar er mussen voorkomen niet te veel bomen komen: een bladerdak van meer dan 25% is nadelig voor de mussen.
    • Verbied het gebruik van pesticiden.
    Huismuis © Luc Hoogenstein, Saxifraga

    Verplichtingen, verboden... Wat zegt de wet?

    Het is verboden om:

    • Wilde dieren te vangen, houden of vervoeren.
    • Wilde vogels te storen tijdens de nestperiode. 
    • Hun nesten en eieren te vernietigen, te beschadigen of te verwijderen. 
    • Bomen te snoeien (met gemotoriseerd gereedschap) of te kappen tussen 1 april en 15 augustus (vanaf 1 maart in natuurreservaten).

    Het is verplicht om:

    • Voor het uitvoeren van snoeiwerkzaamheden tussen 1 april en 15 augustus een gemotiveerde afwijking van de regio vereist te verkrijgen (met uitzondering van noodwerken op basis van een besluit van de burgemeester).

    Lees meer

    Gerelateerde soortenfiches

    Vijanden: Roofvogels zoals de sperwer, de slechtvalk en de bosuil, de huiskat, de eikelmuis ...