Over Renature Brussel Contact
nl
Een initiatief vanLeefmilieu Brussel

Richt in en verminder pollenallergieën

Sommige mensen zijn gevoelig voor pollen. Hoe kunnen we de ontwikkeling van de natuur stimuleren en tegelijkertijd de negatieve effecten van allergieën beperken? Enkele aanbevelingen.

Stuifmeelwolk van naaldbomen

Vind het evenwicht tussen gezondheid en natuur.

Pollenallergieën zijn een probleem voor de volksgezondheid, maar rijke, diverse natuurgebieden zijn noodzakelijk voor de fysieke en psychologische gezondheid. Het is daarom essentieel om een evenwicht te vinden en een overdreven aanpak te vermijden waarbij alle planten met pollen in de lucht worden geëlimineerd.

Technische info

Doelgroep Bedrijven - Particulieren - Overheidinstanties - Professionals
Seizoen Lente - Zomer
Type actie Inrichten - Onderhouden
Betrokken ruimte Tuin   - Groene ruimte - Openbare ruimte - Speelplaats
Niveau Beginnend

Richt natuurlijke ruimtes in met weinig of niet-allergenen

Wist u dat?

Ongeveer 80% van de planten produceert pollen, dat nodig is voor hun voortplanting (zaden, vruchten). Sommige van deze pollen zijn erg fijn en verspreiden zich over grote afstanden. Hoewel ze allergeen kunnen zijn, verergert luchtvervuiling (giftige gassen, fijn stof ...) de gevoeligheid van slijmvliezen in stedelijke omgevingen. Bovendien hebben recente onderzoeken het verband aangetoond tussen het verlies aan biodiversiteit en de toename van allergische ontstekingsziekten. 

Steeds meer mensen hebben last van pollenallergieën: in Europa zou één op de vier mensen er last van hebben. De gevoeligheid neemt af met de leeftijd; mensen ouder dan 65 hebben vaak minder symptomen.

Niezende kat © Jupiter 79, Pixabay

Kies bij nieuwe aanplantingen voor soorten die weinig of geen allergieën veroorzaken.

Het idee is om de ruimte te ontwerpen of aan te passen met deze elementen in gedachten:

Deze aanpak heeft zijn beperkingen, omdat we altijd adviseren om rond bestaande elementen te ontwerpen, met behoud van interessante leefgebieden, bomen, struiken, gazons met een goede ecologische waarde...

Kies voor plantendiversiteit 

  • Diversifieer en meng de aangeplante soorten: dit beperkt de overmatige concentratie van één bepaalde soort die het groenperk zou domineren en grote hoeveelheden van dezelfde pollen zou produceren.
  • Sommige mensen die allergisch zijn voor de pollen van een bepaalde plant kunnen ook allergisch reageren op dat van andere planten die gelijkaardige eiwitten delen. Kies daarom planten uit verschillende geslachten en botanische families om het probleem van kruisallergieën te verminderen. Dit is vooral belangrijk voor de bomen.
  • Kies planten met bloemen die bestoven worden door insecten (vlinders, bijen ...). Dit zijn meestal kleurrijke bloemen, soms met een sterke geur. Hun zware, kleverige stuifmeel valt snel op de grond en verspreidt zich niet in de lucht.
  • Geef de voorkeur aan laag-allergene soorten (raadpleeg ons ‘Soortenhotel’).
  • Vermijd platanen, die bijdragen aan irritatie van de slijmvliezen door de productie van microscopisch kleine irriterende haartjes die gemakkelijk loslaten van de bladeren en vruchten.

Heroverweeg de inrichting van uw gazon 

  • Verfraai uw gazon met laag-allergene bloeiende planten: paardenbloem, klaver, ereprijs ... Ze nemen de plaats in van grassen!
  • Kies voor alternatieven voor gras: microklaver, gazon van wilde tijm, sedummatten (zoals op groene daken) voor gebieden die niet worden betreden, en matten van mos of slaapkamergeluk voor schaduwrijke gebieden...
  • Vermijd minerale tuinen (maar beperk de hoeveelheid gazon door de voorkeur te geven aan ingrepen die goed zijn voor de biodiversiteit), kunstgras of betonnen oppervlakken. Een houtstapel, een insectenspiraal, een puinwal, een zandbak voor bijen (sandarium) of een poel zijn allemaal waardevolle elementen voor de natuur.

Vermijd botanisch seksisme! 

Om de ‘vervuiling’ door vruchten en zaden van bomen te vermijden, hebben tuiniers en kwekers de voorkeur gegeven aan mannelijke soorten, verkregen door selectie- en enttechnieken. Dat verklaart deels de dichtheid van stuifmeel van bepaalde soorten in steden, waarbij mannelijke planten soms tien keer meer stuifmeel produceren dan tweehuizige exemplaren van dezelfde soort.

    • Houd bij niet-tweehuizige soorten een 50/50-verhouding mannelijke en vrouwelijke planten in stand: Op een klein perceel kan het zinvol zijn om te streven naar 100% vrouwelijke beplanting als tegengewicht voor 100% mannelijke beplanting in de onmiddellijke omgeving (bv. bomenrijen).
    • Ent bestaande mannelijke bomen met vrouwelijke enten van dezelfde soort om de seksebalans te verbeteren.
    Tip

    Om problemen met openbare netheid op wegen en pleinen te vermijden, verdeelt u de exemplaren volgens de ruimte:

    • Plant in minerale gebieden met een beperkte oppervlakte voornamelijk mannelijke exemplaren.
    • Plant vrouwtjes in groene gebieden, op dijken en rotondes waar fruit en zaden minder een probleem zijn.

    Creëer bufferzones om gevoelige mensen te beschermen

    Voorzie langs leefruimten en gezondheidscentra (ziekenhuizen) in levende hagen of beplante pergola's. Die zullen fungeren als een plantenscherm tussen de bron van de pollen en gebieden waar veel mensen komen, en zo de blootstelling van gevoelige personen beperken.

    • Vermijd het creëren van schermen (hagen, aaneengesloten kruinen ...) rond zowel planten als leefruimten, omdat die de ventilatie en pollenverspreiding bemoeilijken.
    • Kies levende hagen die niet vaak gesnoeid hoeven te worden (snoeien stimuleert de luchtcirculatie van de pollen).
    • Op het hoogtepunt van de pollenpiek kan het nuttig zijn om de haag van boven naar beneden met helder water te besproeien (één keer per maand of één keer per week, afhankelijk van het weer). Wees spaarzaam met het gebruik van water in droge perioden.
    • Respecteer de plantafstanden van bomen ten opzichte van gevels en perceelsgrenzen.

    In gevoelige gebieden (bv. in de buurt van ziekenhuizen) is het beter om laat gemaaid grasland te beperken binnen een straal van 20 meter van ingangen en gebieden waar veel patiënten komen. 

    • Geef de voorkeur aan lage perken, hagen, gemengde bloemperken of bloemenweiden met een laag aandeel grassen (pure bloemenmixen).

    Pas uw dagelijkse gewoonten aan

    Enkele kleine aanpassingen kunnen helpen om de blootstelling aan pollen en het ongemak van allergieën te beperken.

      • Maai het gazon als het heel licht vochtig is, vroeg in de ochtend of na een regenbui. Vocht beperkt de verspreiding van pollen die daar werden afgezet.
      Wist u dat?

      Om te voorkomen dat natte sprietjes aan het mes blijven plakken, kunt u er met een wattenschijfje plantaardige olie op aanbrengen. Denk erom dat u vóór u de olie aanbrengt de motor uitschakelt of de stekker van de machine uit het stopcontact haalt!

      • Beperk de luchtvervuiling en bescherm de natuur door u minder met de auto te verplaatsen. Laten we de vervuiling bestrijden in plaats van de natuur terug te dringen!
      • Raadpleeg een allergoloog (gespecialiseerde arts) in geval van ernstige reacties, met name astma, om de nodige behandeling te krijgen of desensibilisatie te overwegen.
      • Informeer u over perioden met hoge pollenconcentraties met behulp van mobiele apps of via de website www.airallergy.be.
      Stuifmeel op het wateroppervlak
      Stuifmeel op het wateroppervlak © ClareMarie CC BY 2.0
      Stuifmeelwolk van naaldbomen
      Explosie van stuifmeel van naaldbomen  © dogfrog CC BY 2.0

      Partners

      Met de financiële steun van het 'Clearing House'-project