Over Renature Brussel Contact
nl
Een initiatief vanLeefmilieu Brussel

Plant een traditionele boomgaard

Fruitbomen, een gedeeld plezier met de natuur !

Traditionele boomgaarden zijn erg populair bij bestuivers, vogels, vleermuizen en kleine zoogdieren, die dol zijn op hun bloemen, fruit en holtes. Appels, peren, pruimen of kersen ? Kweek uw eigen boomgaard, help de natuur en laat het smaken !

Foto's van appels die aan de takken van een appelboom hangen

Plant fruitbomen, een natuurlijke verbinding in de stad!

Terwijl ze ooit het landschap van het platteland markeerden, spelen boomgaarden vandaag de dag een structurerende rol in de natuurgebieden van onze regio. Ze verbinden groene ruimtes met elkaar, worden zeer gewaardeerd door dieren en zorgen ervoor dat we lokaal voedsel kunnen produceren !

Technische info

Doelgroep Particulieren - Bedrijven - Overheidinstanties
Seizoen Herfst - Winter
Type actie Plannen - Inrichten - Onderhouden - Een BAF+ verbeteren
Betrokken ruimte Tuin   - Groene ruimte - Openbare ruimte
Niveau Gevorderd

Plan uw boomgaard

Kies de ideale locatie

Een boomgaard is per definitie een gebied waar verschillende fruitbomen bij elkaar staan zonder dat het er 'bebost' uitziet. U hebt genoeg ruimte nodig voor een tiental bomen, die ver genoeg uit elkaar staan om voldoende lucht en zon te krijgen. Reken dus op minstens een paar honderd vierkante meter. 

De exacte oppervlakte hangt af van verschillende factoren: het gewenste aantal bomen, de grootte van de bomen wanneer ze volgroeid zijn (hoogstam, halfstam, laagstam), de indeling van de planten en de aanbevolen afstand tussen de bomen om ziektes te voorkomen (verschillend per variëteit). 

Foto van een abrikozenboom met abrikozen
Abrikozen © Fir0002 - CC BY-SA 3.0

Aanbevelingen voor de keuze van het terrein

  • Kies een op het zuiden of zuidwesten gerichte plek, met zes tot acht uur zon per dag. 
  • Zorg ervoor dat de bodem diep genoeg (min. 75 cm) en van goede kwaliteit is door hem te laten analyseren door een erkend laboratorium. 
  • Geef de voorkeur aan een afwaterende bodem (de bodem moet koel blijven maar het water moet weg kunnen lopen).
  • Vul de boomgaard aan met hagen die beschutting bieden tegen de wind.

  • Vermijd een te natte of te droge bodem.
  • Vermijd plekken met een hoge grondwaterspiegel, natte weilanden, oevers en valleibodems. 
  • Vermijd zones die te winderig zijn en gevoelig voor late vorst.
  • Leg uw boomgaard niet aan in een natuurlijke omgeving van biologisch belang zoals een schrale weide

Ontdek de kaart van de Brusselse boomgaarden

Kies de soorten en variëteiten

  • Kiest u variëteiten binnen eenzelfde soort, houd dan rekening met het volgende:
    • De kwaliteit van het fruit en het gebruik: fruit om te koken, tot sap te verwerken of rauw te eten, bewaring en valorisatie.
    • Weerstand tegen koude, ziektes en ongedierte: variëteiten die geen pesticiden nodig hebben ;
    • Bloei- en rijpingsperiodes: variëteiten met gespreide rijping doorheen de seizoenen.
    • Bevruchtingsmethode: kruisbestuiving (vereist de aanplant van compatibele rassen) of zelfbestuiving.
    • Afwisseling: sommige variëteiten hebben een onregelmatige productiviteit, dus moeten ze worden gediversifieerd.

Ontdek welke fruitbomen bij u en bij uw terrein passen via onze portaalsite!

Ga na welke soorten en variëteiten u wenst:

  • Laagstam: stam 60 tot 80 cm, kruin 2 tot 4 m hoog.
  • Halfstam: stam 1 tot 1,2 m, kruin 4 tot 8 m hoog.
  • Hoogstam: stam 1,6 tot 1,8 m, kruin 8 tot 15 m hoog.

Onthoud dat sommige fruitbomen wel 100 jaar oud kunnen worden: het is een investering op lange termijn!

Photo d'Ailante glanduleux, une espèce exotique envahissante
Ailante glanduleux (espèce exotique envahissante) © H. Zell, CC BY-SA 3.0

  • Kies voor resistente soorten, aangepast aan uw bodem. Zo vermijdt u dat u ze zult moeten aanpassen.
  • De grootte hangt af van de soort of, in veel gevallen, de hoogte en groeikracht van de onderstam (de soort waarop de interessante variëteit kunstmatig is geënt).
  • Opgelet: plant geen invasieve uitheemse soorten!
  • Appel-, peren-, kersen-, pruimen- en notenbomen zijn de meest geplante traditionele fruitbomen in Brussel. Hiervan bestaan wel honderden of zelfs duizenden variëteiten.
  • Hoewel ze minder goed bestand zijn tegen koude en late vorst, kunt u ook perzik-, abrikozen- of vijgenbomen planten.
  • Mispelbomen en kweeperenbomen zijn ook traditionele maar ietwat vergeten fruitbomen.
  • Kleine fruitbomen en struiken zijn ook nog steeds zeer populair in of rond de boomgaard. Denk bijvoorbeeld aan struiken met zwarte bessen, aalbessen, frambozen, braambessen, blauwe bosbessen, bottelroos, hazelnoten, enz.
Wist u dat?

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen soorten (bijv. appelboom, perenboom, pruimenboom, enz.) en variëteiten of cultivars van eenzelfde soort, d.w.z. de verschillende vormen van dezelfde vrucht (bijv. Granny Smith en Jonagold zijn appelvariëteiten). Zo maakte het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Gembloux een lijst met meer dan 1.200 variëteiten van appels, 1.000 van peren, 200 van kersen, 350 van pruimen en 70 van perziken.

Bloeien Oogst
Abrikozenboom April Juli - Augustus
Argousier Maart - April September - Oktober
Duindoorn April Juli - Augustus
Kersenboom April - Mei Juni - Juli
Vijgenboom April - Mei Juli - Augustus
Frambozenstruik April - Mei, Juli - Augustus  Juni - Juli, Augustus - Oktober
Kruisbes Mei Juni
Bloeien Oogst
Witte moerbei Juni - Juli  September
Bosbes Mei Juli - Oktober
Hazel Februari - Maart Oktober
Perenboom April - Mei Augustus - Oktober
Appelboom April - Mei Oktober - November
Pruimenboom Maart - April Juli - September
Braam Juni - Juli Augustus
wijnstok Juni September

Teken een plantschema

Plan de indeling van de bomen op het terrein op basis van hun hoogte en omvang als ze volgroeid zijn, evenals hun specifieke behoeften (blootstelling aan zonlicht, bodemtype, enz.).

Productieboomgaarden bestaan traditioneel uit parallelle lijnen, idealiter noord-zuid gericht. In groene ruimten kunnen de indelingen meer organische vormen aannemen.

Plant bijvoorbeeld in verspringende rijen met een afstand van 1,2 keer de diameter van de volwassen boom.

Diagram van een vierkante beplanting vergeleken met een verspringende beplanting
Links: vierkante beplanting ; Rechts: verspringende beplanting © Leefmilieu Brussels
Indelingsschema voor roterende beweiding tijdens plukperiodes
Rijpe variëteiten: 1) In juni/juli / 2) Van 1 tot 14/09 / 3) Van 15 tot 30/09 / 4) Van 1 tot 15/10 © Leefmilieu Brussel

Houd rekening met toegangswegen en eventuele wettelijke beperkingen, zoals afstanden tot gemeenschappelijke grenzen (2 meter).

Vergeet de nodige afstanden tussen de bomen niet: boomgaarden moeten voldoende lucht kunnen krijgen en de bomen mogen elkaar niet raken. Voldoende afstand zorgt ervoor dat licht kan doordringen, lucht kan circuleren, ziektes worden beperkt en de ecologische waarde van de onderste laag behouden blijft.

Op grote terreinen, met name terreinen die begraasd worden, is het beter om de variëteiten die op hetzelfde moment vruchten geven te groeperen, maar varieer de variëteiten en soorten om ziektes te voorkomen.

158b_malus-sylvestris_saxifraga-jasenka-topic(2).jpg 158b_malus-sylvestris_saxifraga-jasenka-topic(2).jpg
Appels en wild appelgebladerte © Jasenka Topic, Saxifraga

Appelboom, perenboom

Afstand tussen rijen: 

  • Hoogstam: 10 m
  • Halfstam: 5 m
  • Laagstam: 4 m

Afstand in de rijen:

  • Hoogstam: 10 m
  • Halfstam: 5 m
  • Laagstam: 2 m
198_dprunus-cerasus_saxifraga-ed-stikvoort.jpg 198_dprunus-cerasus_saxifraga-ed-stikvoort.jpg
Kersen © Ed Stikvoort, Saxifraga

Kersenboom

Afstand tussen rijen: 

  • Hoogstam: 12 m
  • Halfstam: 5 m
  • Laagstam: 5 m

Afstand in de rijen:

  • Hoogstam: 12 m
  • Halfstam: 5 m
  • Laagstam: 5 m (Gisela: 2,5)
208b_prunus-domestica_saxifraga-rutger-barendse.jpg 208b_prunus-domestica_saxifraga-rutger-barendse.jpg
Pruimen © Rutger Barendse, Saxifraga

Pruimenboom, kweeperenboom, abrikozenboom, perzikenboom

Afstand tussen rijen:

  • Hoogstam: 8 m
  • Halfstam: 5 m
  • Laagstam: 5 m

Afstand in de rijen :

  • Hoogstam: 8 m
  • Halfstam: 5 m
  • Laagstam: 5 m
136d_juglans-regia_saxifraga-jan-van-der-straaten.jpg 136d_juglans-regia_saxifraga-jan-van-der-straaten.jpg
Walnoten nog groen © Jan van der Straaten, Saxifraga

Notenboom

Afstand tussen rijen:

  • Hoogstam: 16 m
  • Halfstam: 10 m
  • Laagstam: /

Afstand in de rijen:

  • Hoogstam: 16 m
  • Halfstam: 8 m
  • Laagstam: /
41-acastanea-sativa_b-le-cocq-forest.jpg 41-acastanea-sativa_b-le-cocq-forest.jpg
Kastanje © B. Le Cocq, Commune de Forest

Kastanjeboom

Afstand tussen rijen:

  • Hoogstam: 14 m
  • Halfstam: 7 m
  • Laagstam: /

Afstand in de rijen:

  • Hoogstam: 14 m
  • Halfstam: 7 m
  • Laagstam: /

Koop kwalitatief plantgoed

Zoals bij elke beplanting is kiezen voor gezonde planten van hoge kwaliteit een belangrijke garantie voor succes.

    • Ga langs in een boomkwekerij of bij een gespecialiseerde boomkweker.
    • Vermijd online aankopen bij weinig gewetensvolle tuincentra of in supermarkten.
    • Kies indien mogelijk voor RGF-Gblx-variëteiten ('Ressources génétiques fruitières de Gembloux'). Dat zijn oude fruitvariëteiten die aan het verdwijnen waren maar weer op de voorgrond zijn geplaatst omdat ze zo sterk zijn en goed bestand zijn tegen ziektes.
    • Trad-RGF-variëteiten zijn dan weer variëteiten die traditioneel voorkomen in onze streken, maar die moeilijker te telen zijn (gevoelig voor ziektes, specifieke groei, enz.).
    • Vergeet niet de algemene kwaliteit van de planten te controleren.
    Wist u dat?

    Boomgaarden met oude hoogstambomen zijn belangrijk voor heel wat soorten. In hun spleten leven allerlei soorten, zoals vleermuizenkolonies of nesten van uilen. Jammer genoeg worden deze oude of dode bomen vaak gekapt en vervangen door jongere en productievere bomen.

    Foto's van appels die aan de takken van een appelboom hangen
    appelboom © Tom Swinnen - CC0 License

    Leg uw boomgaard aan 

    Plant op het juiste moment

    • Plant idealiter in november of zelfs december. Voor sommige variëteiten kunt u dit doen tot eind maart/begin april, buiten periodes met vorst, sneeuw of overvloedige regen.
    • Ga na in welke periode u de gekozen variëteit het best plant.
    • Plant de bomen gespreid in de tijd zodat u een evenwicht krijgt tussen de leeftijden (mix van bomen van minder dan 30 jaar; van 30 tot 60 jaar; van meer dan 60 jaar; afstervende of dode bomen).
    Tip

    hebt u uw planten al maar gaat u ze niet onmiddellijk in de grond zetten? 

    Wikkel de wortels maximaal twee dagen in een vochtige doek of zet ze in een wachtbed: bedek de wortels met vochtige aarde en bewaar ze op een beschutte plek voor u ze definitief gaat planten, ten laatste tot maart.

    Stel de wortels niet bloot aan vorst, wind of zonlicht.

    Tekening van het onderste deel van een persoon die graaft met een schop
    © N. Blanc, Leefmilieu Brussel

    Schaf het juiste materiaal aan

    Uiteraard hebt u ook wat materiaal nodig om klassieke fruitbomen te planten. Denk bijvoorbeeld aan een spade, een kruiwagen of dekzeilen om de aarde te bewaren, maar ook touwen of een landmeter om de afstand tussen de bomen te meten.

    Bereid het terrein voor

    Tip

    Plaats palen als visuele markering zodra u een gat hebt gegraven en gebruik hiervoor een plantplank: dat is een stevige plank van 2,5 meter lang met een inkeping van 5 cm in het midden (waar de boomstam komt te staan als het gat gegraven is) en een inkeping van ongeveer 2 cm aan elk uiteinde. Plaats de centrale inkeping in het midden van het toekomstige gat en duw stokken in de grond door de twee kleinere inkepingen.

    Schéma montrant les terres arables et terres du dessous
    1. Bovengrond / 2. Bodemgrond / 3. Diepte / 4. Diameter plantgat © Leefmilieu Brussel
    1. Duid ter plaatse zo goed mogelijk aan waar de putten moeten worden voorbereid op basis van het opgestelde plan, met behulp van piketten of een andere geschikte methode. De afstanden worden gemeten met een landmeter. 
    2. Met een spade (of een graafmachine op moeilijk terrein), verwijder het gras van het gebied dat moet worden uitgegraven en verwijder zo weinig mogelijk aarde.
    3. Maak een plantgat van 50 cm diep: 
      1. met een diameter die overeenkomt met 3 keer de grootte van de kluit (als er een kluit is)
      2. of, in het geval van blote wortels (geen kluit), met een diameter van 50 tot 60 cm (voor laagstambomen) en van 80 tot 100 cm (voor halfstam- en hoogstambomen).
    4. Scheid de akkergrond (de bovenste 30 cm, die meestal donkerder is) van de grond eronder (armer). De afgescheiden grond kan enkele weken of maanden op een hoop naast het gat blijven liggen in afwachting van het planten. Wilt u sneller te werk gaan en uw gras schoon houden, gebruik dan een zeil.
    5. Spit de wanden van het gat om.
    6. Meng voor u gaat planten de grond van het terrein met goed vergane compost en zorg ervoor dat de grondsoorten goed gescheiden blijven (de akkergrond en de grond eronder). 

    Bereid de aanplant voor

    bxlenv_fa32_concevoir-un-verger_515x290_42.jpg
    Trellismand geplaatst op de bodem van de put en vervolgens neergeklapt tot aan de stam zodra de aarde is vervangen © Leefmilieu Brussel

    Plaats eventueel een mandje van gaas tegen knaagdieren tegen de wanden in het gat en zet de opbindstok mooi in het midden. Het is normaal dat het mandje ver boven de grond uitsteekt. Als u klaar bent met planten, moet u het nog omplooien.

    bxlenv_fa58_planter-des-arbres-avenir_515x290_21.jpg
    © Leefmilieu Brussel

    Sla een stevige opbindstok (eik of gewone acacia, ongeveer 10 cm diameter) van minstens 70 cm in de uitgegraven put, recht op de overheersende wind (zuidwest). Gebruik de markeringen en palen rond het gat om de plantplank te leggen en de positie van de opbindstok te bepalen.

      Wordt het terrein mechanisch gemaaid ? Gebruik dan twee fijne opbindstokken op 50 cm van de stam, en plaats ze in een west-oost-as. Maak de boom vast met behulp van twee soepele banden (1 cm speling aan beide kanten van de stam).

      Laat de kluit 30 minuten voor het planten in water weken. Als u met blote wortels plant, moet u ze pralineren: laat ze weken in 1/3 water, 1/3 klei en 1/3 rijpe compost.

      bxlenv_fa58_planter-des-arbres-avenir_515x290_23.jpg
      © Leefmiliieu Brussel

      Bij blote wortels (als de boom die u gaat planten geen kluit heeft) vormt u een kegel op de bodem van het gat met de mengeling van aarde en compost zodat de hals of – als dat er is – het entpunt zich 10 tot 20 cm boven de oppervlakte bevindt. Deze delen mogen nooit worden begraven of bedekt met haksel.

      bxlenv_fa58_planter-des-arbres-avenir_515x290_24.jpg
      © Leefmilieu Brussel

      Bij bomen in potten zijn de wortels vaak in een wrong gedraaid. Haal ze uit elkaar zonder ze te beschadigen.

      bxlenv_fa58_planter-des-arbres-avenir_515x290_26.jpg
      © Leefmilieu Brussel

      Bereid de wortels voor, d.w.z. snijd eventuele beschadigde of gedraaide delen af met een schone snoeischaar die u tussen de verschillende bomen desinfecteert.

      Begin met planten

      1. Plaats de boom in het gat, op 10 cm van de opbindstok (centrale opbindstok) of op 50 cm van beide opbindstokken (dubbele opbindstok), en zorg ervoor dat u de wortels niet buigt. Maak de boom op één of twee plaatsen vast aan de opbindstok met een rubberen band (met een hand tussenruimte).
      2. Vul het gat met het mengsel van akkergrond (de eerste 30 cm die u aan de kant hebt gehouden) en druk lichtjes aan zodat er geen gaten meer zijn. Verdeel de armere grond aan de uiteinden en druk goed aan met de punt van uw voet naar de stam toe. Loop niet dwars over de wortels want dan kunnen ze breken.
      3. Begraaf het entpunt of de hals niet.
      4. Plooi het mandje van gaas om tot aan de stam maar let op dat u de stam niet beschadigt. Het gaas moet een tiental centimeter hoog rond de stam zitten (zoals een kous). Zorg ervoor dat het gaas niet rond de boom knelt als hij gaat groeien.
      5. Voeg indien nodig wat strorijke mest toe aan de oppervlakte. Doe dat nooit op de bodem van het gat om te vermijden dat hij de hals en wortels raakt. Bedek met 5-10 cm aarde.
      6. Begiet royaal.
      7. Bedek de voet van de boom, idealiter met Ramial Chipped Wood. Een laag van 5-10 cm, ongeveer 1,5 m rond de stam volstaat. Bedek de hals niet en graaf het haksel niet onder.
      Diagram met een samenvatting van alle plantfasen
      Planten met blote wortels: 1) Wortels bijgesneden en verspreid / 2) Trellismand / 3) Bediendepunt / 4) Afstand tussen het oppervlak en het entpunt / 5) Link / 6) Afstand tussen het oppervlak en de punt van de tutor © Leefmilieu Brussel

      Bescherm uw aanplantingen

      Tegen knaagdieren (veldmuizen, woelmuizen ...): plaats een mandje in gaas rond de kluit. Voorzie een mandje met een diameter van : 

      • 50 tot 60 cm voor bomen kleiner dan 4 m;
      • 80 tot 100 cm voor bomen groter dan 4 m, met zeshoekige mazen van 1 tot 1,3 cm.

      Het mandje kan worden gemaakt van gaas (zoals voor een kippenhok) van 1 m (max. 1,5 m) breed. Om de lengte van het te knippen gaas te berekenen (met een snijtang), vermenigvuldigt u de diameter van het gat met 3,14. Vorm een cilinder en vouw deze om zodat hij de bodem van het gat bedekt en een mandje vormt.

      • Overweeg om het ondergrondse rooster aan te vullen met paaltjes als zitstok voor roofvogels en kraaiachtigen die de knaagdieren komen vangen. Houd het gras de eerste jaren kort.
      • Met rotatiebegrazing voorkomt u dat de woelmuispopulaties exploderen. Het is ook een goede methode om fruitmot onder controle te houden
      • Kiest u ervoor om uw terrein te laten begrazen (weideboomgaard): bescherm de bomen met metalen boombeschermers (1), paaltjes (2) of metalen Ursus-gaas (3). Plaats de bescherming ongeveer tien centimeter boven de grond.
      • Ligt uw terrein in de buurt van een bebost gebied met het risico op begrazing (door herten)? Gebruik dan een fijne gaasbescherming. Dat systeem is vergelijkbaar met dat voor bosaanplantingen.
      Wist u dat?

      Jonge bomen kunnen ook verbranden in de zon. Dat kunt u vermijden door ze te beschermen met rietmatten of jute.

      Schema van de verschillende kofferbakbeschermingen
      Beschermingen: 1) Metalen korset / 2) Haringen / 3) Metaalgaas / 4) Fijnmazige schede © Leefmilieu Brussel
      Foto van pruimen aan een pruimenboom
      Pruimen © Rutger Barendse, Saxifraga

      Onderhoud uw jonge bomen

      • Geef jonge bomen regelmatig water, ten minste tijdens de eerste 32 seizoenen en bij voorkeur 's avonds (of heel vroeg in de ochtend).
      • Geef ze tijdens droge periodes regelmatig water. Het is beter om af en toe veel water te geven dan regelmatig een beetje. De absolute hoeveelheden zijn moeilijk te bepalen, maar als algemene regel geldt dat de bodem vochtig moet zijn vanaf de plek waar u water geeft tot minstens 40 cm onder het maaiveld. Controleer indien nodig met een guts, maar wees altijd voorzichtig met de wortels. Omdat er grote hoeveelheden water nodig zijn, zijn mobiele watertanks vaak aangewezen. Let wel op dat u niet over de aanplantingen rijdt.
      • Vergeet ook de droogteperiodes in de winter niet (lange koude periodes zonder regen): geef dan water buiten de vorstperiodes.
      • Voer de vormsnoei uit voor de onderhoudssnoei: verwijder regelmatig dode en zieke takken of takken die elkaar kruisen.
      • Controleer (minstens) jaarlijks de rubberen banden en beschermingen om te vermijden dat ze de groei van de boom tegenhouden.
      Wist u dat?

      Goed zorgen voor jonge aanplantingen is een garantie op succes. Als u de bomen aan hun lot overlaat, hebben ze het erg moeilijk om zich te vestigen en zullen ze te lijden hebben onder de grillen van het weer of aanvallen van ongedierte. Waakzaamheid is dus geboden gedurende de eerste twee of drie jaar.

      De boomgaard kan al snel een hotspot voor biodiversiteit worden. Naast de fruitbomen die er worden geplant, kan er een heus ecosysteem ontstaan.

      Photo d'un oiseau mangeant une baie
      © Aritha, Pixabay

      Zorg voor een rijk en divers ecosysteem

      • Trek wilde bijen aan voor de bestuiving, met aangepaste bloemenstroken. Hommels zijn bijvoorbeeld krachtige bestuivers van fruitbomen die aan het einde van de winter bloeien.
      • Het grasveld onder de bomen kan op termijn transformeren tot een maaiweide of extensief worden begraasd. Hiervoor moeten de bomen wel worden beschermd.
      • Trek hulpinsecten aan (zweefvliegen, oorwurmen, gaasvliegen...), maar ook egels, padden, kikkers, hazelwormen, vleermuizen, mezen of uilen. Zij zorgen ervoor dat knaagdieren en insecten die schade kunnen veroorzaken aan de bomen onder controle blijven.
      • Combineer de fruitbomen met verschillende hagen en een natuurlijke vijver voor een optimaal effect !
      Foto's van appels die aan de takken van een appelboom hangen
      appelboom © Tom Swinnen - CC0 License

      Verbodsregels, verplichtingen… Wat zegt de wet?

      Het is verboden om :

      • Bomen te snoeien (met gemotoriseerd gereedschap) of bomen te kappen tussen 1 april en 15 augustus.   

      Het is verplicht om :

      • De plantafstand tussen eigendomsgrenzen na te leven:
        • Voor bomen met een minimale hoogte van 2 m:  ten minste 2 m vanaf het midden van de stam;
        • Voor andere bomen, struiken en hagen: 0,5 m.
      • Een stedenbouwkundige vergunning aan te vragen om:
        • Een hoogstamboom te vellen, te verplaatsen of radicaal te snoeien;
        • De samenstelling van de bodem rond de boom zodanig te veranderen dat de boom zou kunnen veranderen.
      • De lokale regels na te leven die eventueel werden vastgelegd door gemeentelijke reglementen, stedenbouwkundige zoneverordeningen, bijzondere bestemmingsplannen, richtplannen van aanleg of verkavelingsvergunningen.

      Partners

      Met de financiële steun van het 'Clearing House'-project

      Gerelateerde soortenfiches